Tekeningen taboe bij verhoor kind
De politie gebruikt bij het verhoor van kinderen in zedenzaken geen hulpmiddelen meer. Het gebruik van poppen of tekeningen maakt het verhoor minder betrouwbaar, blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Maastricht.
De hulpmiddelen werden in de jaren 80 geïntroduceerd om kinderen makkelijker hun verhaal te laten vertellen. Ze konden dan bijvoorbeeld lichaamsdelen aanwijzen op een tekening of seksueel misbruik naspelen met poppen.
Fantasiegedrag
In de loop der jaren rezen twijfels over de betrouwbaarheid van deze methoden. Die twijfels zijn terecht, blijkt nu uit het onderzoek. "De hulpmiddelen leveren fantasiegedrag op", zegt onderzoeker Henry Otgaar tegen Omroep Brabant. "Kinderen gaan ermee spelen."
Bekend is de Bolderkaraffaire uit 1988. Veertien kinderen van medisch kinderdagverblijf de Bolderkar in Vlaardingen werden toen uit huis geplaatst omdat ze door hun vader zouden zijn misbruikt. De vaders werden opgepakt.
Uiteindelijk gingen alle vaders vrijuit omdat de verdenking uitsluitend was gebaseerd op het spel van de kinderen met 'anatomisch correcte poppen', voorzien van geslachtsdelen.
Open vragen
Vanwege die twijfels werden de hulpmiddelen de laatste jaren steeds minder gebruikt. Tegenwoordig ligt de nadruk veel meer op het gebruik van open vragen, zodat kinderen hun verhaal zoveel mogelijk zelf vertellen.
Dat levert soms minder informatie op, maar de kans op onjuiste verklaringen is wel een stuk kleiner. "Je hebt liever een minder uitgebreide verklaring die waar is dan een gedetailleerde verklaring waar veel fouten in zijn geslopen", zegt Otgaar.
De politie heeft daarom besloten de hulpmiddelen in principe niet meer te gebruiken. Alleen bij hoge uitzondering zal er nog met poppen of tekeningen worden gewerkt.
Zelf tekenen
Wel onderzoeken de Universiteit van Maastricht en de Politieacademie nog of het zinvol is om kinderen tijdens een verhoor zelf een tekening te laten maken.