De kersttoespraken van Beatrix
Door eindredacteur Piet van Asseldonk
Elk jaar op Eerste Kerstdag sprak koningin Beatrix het volk toe in haar kerstboodschap. Sinds 2000 gebeurde dat behalve via de radio ook via de televisie. Dat is vergeleken met ons omringende landen wat laat gerealiseerd.
Sinds jaar en dag geldt een soepele toepassing van de ijzeren regel van de ministeriële verantwoordelijkheid voor de kerstboodschappen van het staatshoofd. Die mogen een meer persoonlijk karakter hebben. De hoofdlijnen van die toespraken komen dan ook van de koningin zelf, maar ze moet niettemin grote voorzichtigheid in acht nemen om niet in politiek vaarwater te komen en onderdeel te worden van (partij)politieke strijd. Dat is niet altijd gelukt.
Somber
Veelal behelsden haar kersttoespraken pleidooien voor zaken als mensenrechten, verdraagzaamheid, solidariteit, naastenliefde, vrede en mededogen. Soms werden ze iets concreter en actueler doordat Beatrix zich uitsprak tegen bepaalde vormen van geweld, materialisme, hebzucht, consumentisme en milieuvervuiling of aandacht vroeg voor de maatschappelijke gevolgen van vergrijzing en immigratie. Vaak echter bleef het ook dan nog bij betrekkelijk abstract geformuleerde uitspraken, gebaseerd op binnen onze samenleving algemeen aanvaarde joods-christelijke normen en waarden.
Toch zat er een trend in de kerstboodschappen van Beatrix. De historicus dr. Jan Willem Brouwer van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Nijmeegse universiteit hield de kerstredes die de koningin tussen 1980 en 2004 hield tegen het licht. Hij constateerde dat Beatrix 'er een redelijk somber wereldbeeld' op nahield en dat haar boodschap vaak 'pessimistisch' van aard was, maar dat ze niettemin steeds ook wel lichtpunten meldde.
Het viel Brouwer trouwens ook nog op dat in de latere kersttoespraken van Beatrix - meestal een stuk langer dan die uit het begin van haar regeerperiode ? steeds vaker naar andere religies dan de christelijke ging verwijzen, zoals in 2005. Toen zei ze: "In wanhoop zoeken velen eveneens vertroosting bij God. In de band met de Schepper van het leven vinden zij een bron van bezieling. In alle godsdiensten richten daarenboven dank en lof zich met name tot de Allerhoogste. Woorden als "Gode zij dank!" maar ook "Allah zij geprezen!" verwijzen naar een godsvertrouwen dat een aloud gevoel van eerbied en geborgenheid uitdrukt." Zo drongen de multiculturele veranderingen die Nederland doormaakten dus ook in de kersttoespraak van het staatshoofd door.
Persoonlijk
In haar latere kersttoespraken, die na 2000, was Beatrix vaker persoonlijker, zij het altijd bij wijze van uitzondering en dan nog veelal in wat algemene termen. Dat had bijna altijd te maken met haar familieomstandigheden, zoals de verloving of het huwelijk van haar drie zonen, het overlijden van haar ouders Juliana en Bernhard en ? niet te vergeten ? de geboorte van haar kleinkinderen.
Uitgesproken en onverbloemd persoonlijk was Beatrix in haar kerstboodschap van 2002, het sterfjaar van haar man prins Claus. Zij begon haar toespraak tot het volk op Eerste Kerstdag toen met deze woorden: "Kerstmis, het feest van licht en leven in donkere tijden, vieren we in de laatste dagen van het jaar. Voor mijn familie en mijzelf is dit een diep ingrijpend jaar geweest. In bruiloft, geboorte, doop en dood zijn alle fasen van het leven aan ons voorbijgegaan. In ons verdriet om mijn man hebben velen gedeeld. Het afscheid heeft hem als mens belicht. Zoals hij leefde vanuit zijn beginselen van waardigheid en gelijkwaardigheid, heeft hij een voorbeeld mogen zijn. Met overtuiging zette hij zich in voor medemenselijkheid, gerechtigheid en waarheid. Oprecht gehecht aan het leven vond hij zijn kracht in verbondenheid met mensen, ook in andere werelddelen."
In 2005, het jaar waarin zij haar zilveren regeerjubileum vierde, bedankte zij met Kerstmis iedereen voor 'het vele goeds' dat ze had mogen ervaren en werd toen opnieuw persoonlijk met deze verwijzing naar haar overleden echtgenoot: "Graag wil ik tot uitdrukking brengen wat mij met dankbaarheid vervult. Allereerst denk ik aan mijn man. Diep dankbaar ben ik voor wat Claus voor Nederland kon betekenen en voor wat hij ons allen heeft nagelaten; dankbaar ook voor de inzet van mijn gezin en onze familie. Vanuit een sterk thuisfront kan ik mijn taken vervullen."
Commotie
Ondanks de grote vrijheid die ook Beatrix bij haar kerstboodschappen had en de zorgvuldigheid waarmee die tot stand komen, hebben die toch af en toe tot wat politieke commotie geleid. In 1988 bijvoorbeeld. De koningin kwam toen met een somber betoog over de toestand van het milieu op de proppen. Letterlijk zei ze: "Langzaam sterft de aarde en wordt het onvoorstelbaar, het einde van het leven zèlf tóch voorstelbaar."
Volgens politieke waarnemers nam de vorstin met deze uitspraak 'wraak' op premier Ruud Lubbers (CDA) die haar dat jaar in de Troonrede had laten zeggen dat Nederland op bepaalde terreinen, zoals lucht en water, 'schoner' was geworden. Daar, zo luidde de redenering, zou de koningin ? en met haar veel anderen ? het niet mee eens geweest zijn.
De tweede keer dat de kerstwoorden van Beatrix tot politieke consternatie leidden, was in 1994 tijdens het premierschap van Wim Kok (PvdA). Zij herdacht toen de Tweede Wereldoorlog en zei: "Het scherpe beeld van 'goed' en 'fout' dat nu zo dikwijls ons oordeel over de oorlog bepaalt, berust op wijsheid achteraf. Toen was alles minder duidelijk. Het verzet was niet algemeen; immers, de meesten verkozen zo gewoon mogelijk door te leven in de hoop vooral zelf te overleven. Hun ogen keken daarom soms de andere kant op wanneer op klaarlichte dag duistere dingen gebeurden." In commentaren op deze zinsneden werd koning Beatrix 'bemoeizucht' aangewreven en kreeg zij het verwijt dat ze vanuit een ivoren toren haar onderdanen te veel de les had willen lezen.
Indirecte en daardoor veel geringere commotie was er soms ook omdat de koningin opmerkelijke zaken uit het bijna voorbije jaar niet ter sprake bracht, wellicht juist om politieke commotie te voorkomen. Hoe dan ook: tot verbazing van sommigen repte koningin Beatrix in haar kerstredes bijvoorbeeld met geen woord over de massamoord in Srebrenica (1995) en de moord op Pim Fortuyn (2002).
Polarisatie
Door de opkomst van eerst Pim Fortuyn en in diens kielzog Geert Wilders met zijn PVV werden de kersttoespraken van Beatrix gaandeweg ook het onderwerp van felle politieke polarisatie. Waarden en normen die eerder algemeen gangbaar waren, bleken politiek omstreden geworden te zijn en Beatrix kreeg daar op een pijnlijke manier mee te maken.
Om te beginnen in 2007, ten tijde van het kabinet-Balkendende IV. Over de (politieke) omgangsvormen in ons land zei de koningin toen dit: "Aan de basis van elke democratie ligt dan ook de vrijheid van meningsuiting als een ieders goed recht. Dit betekent ruimte voor een eigen geluid waarmee uiting mag worden gegeven aan traditie en identiteit, aan opvattingen, overtuiging en geloof. In de loop der tijden is die vrijheid bevochten. In onze dagen krijgen burgers daarvoor veel ruimte -en dat moet ook. Maar wie van die ruimte gebruik maakt, moet wél beseffen dat anderen dezelfde rechten hebben. Elk woord moet bedacht zijn op een wederwoord. De begrenzing ligt besloten in de wet die regels geeft, gegrond op gelijkwaardigheid en rechten van een ieder. Naast de algemeen geldende grens die in de wet is vastgelegd, zijn er ook normen van moraal en beschaving. Ze zijn het fundament van een samenleving die uitgaat van eerbied voor de medemens. Een recht om te beledigen bestaat dan ook niet. Evenmin geeft godsdienstvrijheid een vrijbrief om te kwetsen of op te roepen tot haat."
PVV-leider Geert Wilders reageerde getergd op deze uitspraken. Hij meende dat de kerstboodschap van de vorstin tegen zijn partij gericht was en dat daarin ook nog eens "het mutliculti-ideaal wordt opgehemeld door iemand die niet gekozen is en die ik politiek niet kan aanspreken". Hij liet weten dat wat hem betreft Beatrix over de schreef gegaan was en vond dat zij "als een haas uit de regering gestuurd moet worden".
Ouderwets
In 2009 wijdde Beatrix in een uiterst somber getoonzette rede kritische woorden aan de individualisering en de technische vooruitgang en aan met name de digitale revolutie. Ze zei dat met 'virtuele ontmoetingen' de afstand tussen mensen niet echt wordt verkleind. Het kwam haar op (lichte) verwijten te staan van de internetgeneratie, die de vorstin maar ouderwets vonden.
Ronduit politieke commotie weer in 2010, toen het kabinet-Rutte (VVD,CDA) met gedoogsteun van de VVD aan de macht was. PVV-leider Geert Wilders onthaalde de kerstboodschap van Beatrix andermaal op een smalende reactie. Zijn kritiek gold deze passage: "Het gevaar bestaat dat het gemeenschappelijke wordt verzwegen en verschillen worden uitvergroot. Dan worden muren van vermeende tegenstellingen opgetrokken en verharden standpunten. Maar het is juist belangrijk te zoeken naar wat verbindt en elkaar over en weer te bemoedigen. Uiteenlopende opvattingen horen natuurlijk bij een open samenleving. We kunnen de verschillen niet ontkennen, maar moeten ze zien als startpunt voor maatschappelijke dialoog. Het is niet nodig elkaar te overtuigen om elkaar te verdragen. Dát is de basis van wederzijds respect." Nieuw in 2010 was overigens dat de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) toen van tevoren al bekend maakte welke onderwerpen de koningin in haar kersttoespraak zou aansnijden.
Bijtende kritiek van met name de PVV op de kersttoespraken van Beatrix leek een gewoonte geworden. In 2011 nam Geert Wilders de vorstin weer op de korrel, omdat zij pleitte voor 'duurzaamheid' en de geldzucht in de samenleving hekelde. Beatrix zei dit: "Zelfzucht en de hang naar overdaad maken blind voor schade aan onze natuurlijke omgeving en ondermijnen gemeenschapszin. Zicht op de eindigheid van wat de aarde ons kan geven en op de houdbaarheid van de samenleving raakt zoek. Geen land kan er wél bij varen als mensen alleen zijn gericht op eigen gewin. Bij het bepalen van de waarde van alles moet daarom meer gelden dan geld alleen."
Wilders commentarieerde dat hij dacht iemand van GroenLinks aan het woord te horen in plaats van de koningin, maar die kritiek vond ook bij zijn achterban weinig weerklank waarop de PVV-leider ze schielijk nuanceerde. Andere politici, vooral die ter linkerzijde, toonden zich toen juist tevreden tot opgetogen over de woorden die Beatrix besteedde aan duurzaamheid en milieu.
'Censuur'
De kerstboodschap van 2011 kreeg echter nog een venijnig politiek staartje toen de dichter Huub Oosterhuis, geldend als een vertrouweling van Beatrix, liet weten dat de vorstin zich in haar rede eigenlijk nog veel geprononceerder had willen uitspreken, maar dat premier Rutte zich daartegen hoogstpersoonlijk had verzet. Censuur, zo klonk het verwijt. Later nuanceerde Oosterhuis zijn uitspraken: ze kwamen niet van de vorstin.
Geconcludeerd werd dat de vorstin haar kersttoespraken goeddeels zelf schrijft, maar dat die altijd onderwerp van de ministeriële verantwoordelijkheid blijven uitmaken en hoe die in het gedurig overleg tussen staatshoofd en premier uitpakt, dat is en blijft het bekende geheim van het paleis.
Maar opnieuw werd duidelijk dat (ook) de jaarlijkse toespraak op Eerste Kerstdag van de koningin onderdeel was geworden van politieke polarisatie en dat haar woorden voortaan op een goudschaaltje worden gewogen.