Minister: praten over leenstelsel

Minister Bussemaker van Onderwijs verwacht dat ze D66 en GroenLinks kan overtuigen van de noodzaak om een nieuw leenstelsel voor studenten in te voeren. Ze wil met de partijen praten over hun bezwaren tegen het kabinetsvoorstel om de basisbeurs vanaf 2014 te vervangen door een lening.

"Ik bied een uitgestoken hand om met hen aan de praat te raken", aldus de minister na afloop van de ministerraad.

Het kabinetsplan heeft wel een meerderheid van VVD en PvdA in de Tweede Kamer, maar in de Eerste Kamer is de steun van D66 en GroenLinks nodig om het plan in te voeren. In de Eerste Kamer heeft het tweede kabinet-Rutte geen meerderheid.

De fracties van D66 en GroenLinks in de Eerste Kamer hebben in november al duidelijk gemaakt dat ze problemen hebben met het leenstelsel, onder meer omdat ze vrezen dat de kwaliteit en de toegankelijkheid van het hoger onderwijs in gevaar komen.

Kwaliteitsverbetering

Bussemaker heeft er vertrouwen in de partijen te overtuigen, onder meer omdat GroenLinks en D66 in hun verkiezingsprogramma ook voor een leenstelsel zijn.

"Het is alleszins redelijk dat studenten een deel van hun studie betalen", aldus de minister. "Het geld dat het oplevert, komt ook ten goede van de kwaliteitsverbetering in het onderwijs."

Het kabinet wil in 2014 de basisbeurs vervangen door een leenstelsel. Een uitwonende student die een vierjarige studie volgt moet dan 14.700 euro zelf betalen en kan tegen een gunstige rente bij de overheid lenen. Als de student genoeg verdient, moet de lening worden terugbetaald en daar staat een termijn van 15 jaar voor. Ook mag de afbetaling vijf jaar worden opgeschort.