Overheid helpt agenten met PTSS
Agenten die kampen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) door hun werk, kunnen rekenen op hulp van de overheid. Daarvoor is een landelijke regeling van kracht geworden, heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie bekendgemaakt.
Tot nu gingen politiekorpsen verschillend om met de beoordeling van PTSS als een beroepsziekte. Een aantal agenten is hierdoor in een langdurige juridische strijd verwikkeld met de korpsleiding. Een landelijke richtlijn moet ervoor zorgen dat alle korpsen op eenzelfde manier omgaan met gevallen van PTSS bij de politie.
Maatregelen
Om als politiemedewerker een posttraumatische stressstoornis erkend te krijgen als beroepsziekte, moet er een rechtstreeks verband kunnen worden gelegd met een incident, een ramp of een calamiteit, luidt een van de eisen uit de richtlijn.
Volgens het ministerie worden alle lopende en oude zaken van PTSS opnieuw beoordeeld aan de hand van de nieuwe richtlijn. Dat moet rechtsongelijkheid voorkomen. Ook politiemensen die zijn ontslagen omdat ze stressproblemen hadden door hun werk, kunnen een beroep doen op de richtlijn. Naar schatting van RTL Nieuws gaat het om zo'n 200 gevallen.
Het ministerie schrijft ook dat er wordt geïnvesteerd in het voorkomen van PTSS. De afgelopen tijd zijn er verschillende maatregelen genomen om de psychische en mentale gezondheid van de politie te verbeteren en zo de kans op de stoornis te verminderen, aldus het ministerie. "Dat is beter voor de politiemedewerker in kwestie en zijn thuisfront. Het zorgt er ook voor dat hij of sneller weer inzetbaar is voor de dienst."