Velen op de vlucht in Centraal-Afrika

In de Centraal Afrikaanse Republiek is een grote vluchtelingenstroom op gang gekomen. Het is het gevolg van de opmars van rebellen die het land in rap tempo onder hun gezag brengen. Het regime van president François Bozizé lijkt niet in staat iets terug te doen.

De rebellengroep Séléka staat inmiddels voor de poorten van de hoofdstad Bangui. Honderdduizenden mensen zijn op de vlucht. De VS en de VN trekken hun mensen terug uit het land.

Meerdere rebellenbewegingen in de Centraal Afrikaanse Republiek hebben zich een paar weken geleden verenigd onder de noemer Séléka, wat Alliantie betekent. Sindsdien heeft het regime van president Bozizé het gezag over grote delen van het land verloren.

Hoffelijkheid

"Dat we Bangui nog niet hebben ingenomen, is uit hoffelijkheid", zeiden de rebellen. Kort daarop riepen ze Bozizé op zich over te geven. "Een slag om Bangui is niet nodig", zei Eric Massi van Séléka. "Bozizé heeft namelijk allang verloren."

Eric Massi is de zoon van een oppositieleider die enkele jaren geleden is ontvoerd en vermoord door de veiligheidstroepen van Bozizé. Massi en een grote groep andere rebellenleiders hebben nog veel rekeningen te vereffenen. Sinds de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1960 kent de republiek een geschiedenis van dictators, rebellen en corruptie.

Gerucht

In november ging het gerucht dat enkele rebellenleiders de handen ineen zouden slaan. Sindsdien hebben ze vrijwel zonder slag of stoot de ene na de andere stad ingenomen. De slecht uitgeruste troepen van Bozizé zijn gedemotiveerd. Telkens verlieten ze het slagveld nog voor er één schot was gelost. Ze zouden ook munitie hebben verkocht aan rebellen omdat ze slecht worden betaald.

Op een centraal plein in Bangui riep president Bozizé daarom eerder deze week de hulp van oud-kolonisator Frankrijk in. De 56-jarige president, die zelf in 2003 door een staatsgreep aan de macht kwam, ziet op eigen kracht geen kans de rebellen te stoppen.

Uitgesloten

Maar de Franse president Hollande heeft uitgesloten dat de Fransen Bozizé gaan helpen. "De tijd dat we ons bemoeien met binnenlandse aangelegenheden van deze landen is voorbij', zei Hollande. De terughoudendheid van de Fransen, die vroeger wel vaak ingrepen in oud-koloniën, werd al ingezet onder president Sarkozy.

Hollande riep op tot een dialoog, maar dat is juist de afgelopen jaren niet gelukt in de Centraal Afrikaanse Republiek. Van 2006 tot 2011 is er langdurig onderhandeld tussen rivaliserende rebellengroepen, politieke organisaties en burgerbewegingen.

Vredesakkoord

President Bozizé zou alle etnische groeperingen in het land gelijke kansen geven. Volgens Séléka is Bozizé die belofte en andere afspraken uit het vredesakkoord van 2008 nooit nagekomen. Het huidige offensief is volgens de oprukkende rebellen de enige mogelijkheid om hun idealen te verwezenlijken.

De opmars van de rebellen veroorzaakt een vluchtelingenprobleem. ''Duizenden mensen hebben hun dorpen en steden verlaten. Sommigen wagen zich nog slechts enkele uren per dag in de stad, daarna trekken ze zich terug in de natuur", zegt een woordvoerder van het Rode Kruis.

De Verenigde Staten en de Verenigde Naties hebben hun mensen in de Centraal Afrikaanse Republiek opgeroepen het land te verlaten. Ook veel hulporganisaties trekken zich al terug waardoor de situatie voor de vluchtelingen alleen maar slechter lijkt te worden.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl