"Ach kom, natuurlijk wisten ze het"

Tegenover de NOS heeft een aantal direct betrokkenen van Rabobank, die anoniem willen blijven, een verklaring afgelegd over dopinggebruik binnen de ploeg. Ze vertellen dat er op grote schaal werd gebruikt. Mét medeweten van de ploegleiding. Hieronder de volledige verklaring van een oud-renner.

Het keerpunt voor de Rabobank-ploeg kwam volgens de oud-renner in het jaar voor de eeuwwisseling. "1999 was een dramatische Tour de France geweest voor Rabobank. Na die Tour hebben de renners onderling afgesproken dat het zo niet meer kon en dat er iets moest veranderen."

De keus was voor de renners simpel: meedoen of afhaken. "Onderling hebben ze afgesproken dat ze ook zouden meedoen in het spel. De stemming was in de trant van: 'We laten ons niet meer piepelen'. Ze gingen aan de epo." En dat gebeurde volgens de oud-renners met medeweten van de dokter Geert Leinders: "De ploegarts was op de hoogte. Dat is dus Geert Leinders."

Het dopinggebruik wierp al snel zijn vruchten af. "Een jaar later won Erik Dekker drie Tour-etappes. Rarara, hoe kan dat? Jij bent toch ook niet gek..."

De oud-renner geeft aan hoe eenvoudig het was om met doping te beginnen. "Op zeker moment ben ik naar de ploegarts gegaan en vroeg: 'Mag ik epo hebben?' Ja, dat was goed, zei de dokter. Hij gaf mij een tasje met zes spuiten erin, zo'n koeltasje. Ik bewaarde het gewoon thuis in de koelkast."

"Als ik mijn kuur afgerond had, gooide ik alles weg. Aan drie spuiten had ik genoeg. De rest gooide ik dan gewoon weg, hup, ergens in een container."

"Natuurlijk wisten ze het"

Er kan geen twijfel over bestaan dat de leiding van de Rabobank-ploeg op de hoogte was van het dopinggebruik, zegt de oud-renner: "Leinders behoorde tot de ploegleiding, dus dat lijkt me duidelijk. En Leinders zal heus tijdens een borrel of op een gezellig moment met zijn andere directieleden weleens verteld hebben wat hij zoal deed. Ach kom, natuurlijk wisten ze het."

"Vergeet niet dat De Rooij, Breukink, Maassen, noem maar op, zelf profwielrenner zijn geweest. Die kennen alle ins en outs van dit wereldje. Die wisten natuurlijk wat er gaande was. Je hoeft er niet eens echt naar te vragen om te weten en te zien wat er aan de hand was."

Dopingcontroles ontlopen was destijds nog eenvoudig: "Soms had ik drie weken geen wedstrijden. Vaak ging ik de eerste week dan met mijn vriendin een weekje weg, naar het buitenland. In die tijd had je nog niet zulke strenge controles, niet die where-abouts. En onverwachte controles in het buitenland kwamen al helemaal niet voor."

Junkie

"Ik injecteerde mijzelf, net als alle andere jongens. Ik heb natuurlijk weleens een vitamine-injectie gehad of een ijzer-injectie. Je let goed op hoe de dokter dat doet en dan doe je dat na. Ach, Leinders zal ons ook wel een beetje instructie hebben gegeven, maar dat weet ik niet meer zo goed. Ik keek goed hoe oudere, ervaren renners het deden en dan deed ik het gewoon na."

"In het begin injecteerde je gewoon net onder de huid. Niet zo moeilijk. Later, toen er een epo-test was, werd het moeilijker. Dan moest je rechtstreeks in de ader injecteren. Ja, dat heb ik ook gedaan. Toen vond ik het de normaalste zaak van de wereld. Als ik er nu aan terugdenk, voel ik me bijna een junkie."

"Leinders kende alle trucs"

De anonieme wielrenner denkt dat de meeste Nederlandse toprenners epo namen: "Ik denk meer dan negentig procent. Ach, dat weet ik wel zeker. Alleen van dat soort zonderlinge types als Thorwald Veneberg niet. Die was heel erg van de alternatieve ideeën en heel erg op de natuur gericht. Maar de rest allemaal. Alle toprenners hebben het genomen."

Doping was normaal binnen de Rabobank-ploeg: "Tijdens de trainingen spraken we er ook gewoon over. Hoe je het moest gebruiken, wat goed spul was, waar je mee moest oppassen."

Ook rondom wedstrijden werd het onderwerp niet vermeden: "Na een Amstel Gold Race was een renner totaal kapot. Terug in de bus gaf de ploegarts - Leinders, ja - een pilletje. Hij zei vanavond innemen, niet nu, want als je straks gecontroleerd wordt, hang je."

"Maar die renner luisterde niet goed en neemt dat pilletje in zijn keel en slikt het door. Bleek dat hij naar de controle moest. Grote stress. Leinders woedend. Leinders gaf hem gauw nog iets te drinken en nog een ander pilletje. Bloednerveus ging hij plassen. Bleek er gelukkig niks aan de hand. Wat Leinders hem daar heeft gegeven? Ik weet het niet, maar hij heeft hem daar zeker gered. Leinders kent alle trucs. Zo'n pilletje kregen we vaak. Dan herstelde je beter, zei Leinders."

Centrifuge

De oud-renner geeft nog andere voorbeelden van het uitgebreide dopinggebruik in het wielrennen. "In mijn tweede of derde jaar lag ik een keer op de hotelkamer met een oudere, ervaren renner. Zie ik dat hij een infuus aan de muur heeft bevestigd en de naald bij zichzelf inbrengt. Of het bloed was of een zoutoplossing, weet ik niet, dat kon ik niet zien. Maar ja, het zegt iets over de mentaliteit."

"Ik heb in een ploeg gezeten waar een supervedette in zat. Die kopman had een kleine machine waarmee je je hematocrietgehalte kon meten. Deden we gewoon bij hem op de hotelkamer. Prikje in de vinger, paar druppeltjes bloed in een buisje, buisje in de machine, drie minuten centrifugeren en dat wist je hoe het gehalte was. Zat je onder de vijftig, was er niks aan de hand, gejuich in de hotelkamer. En reken maar niet dat onze ploeg een uitzondering was, zo gaat het er bij de meeste ploegen aan toe."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl