Opstelten schrikt van Zes van Breda

Minister Opstelten is ervan geschrokken dat de zaak van de Zes van Breda over moet. De Hoge Raad bepaalde vandaag dat het gerechtshof in Den Haag nog eens naar de zaak moet kijken. Opstelten wil er inhoudelijk niet op ingaan en vindt dat er niet te snel conclusies moeten worden getrokken, maar hij noemt het ernstig als er sprake zou zijn van een gerechtelijke dwaling.

De advocaten Geert-Jan Knoops en Joost Loevendie, die de zes verdachten bijstaan, vinden het besluit van de Hoge Raad, een eerste stap naar eerherstel.

Volgens Knoops mag je concluderen dat de politie van begin af aan in 1993 in een tunnelvisie heeft verkeerd. In dat jaar werd 'oma Mok', een 59-jarige eigenares van een Chinees restaurant, vermoord. De zes verdachten kregen daarvoor celstraffen tot 10 jaar.

Dna-sporen

Volgens de Hoge Raad heeft het hof in 1995 niet alle getuigenissen uit het politiedossier meegenomen in het vonnis. Zo werden twee getuigenissen van jongens die vertelden dat ze niets opvallends bij het restaurant hadden gezien, niet behandeld bij het hof in Den Bosch.

Voor de Hoge Raad was dat voldoende aanleiding om de zaak door het hof in Den Haag over te laten doen. De raad ging niet in op berichten over dna-sporen bij het lichaam van 'oma Mok', die niet van de verdachten afkomstig zijn.

Schadevergoeding

Bij de uitspraak waren geen verdachten aanwezig. Volgens advocaat Knoops was dat te zwaar voor zijn cliënten. De veroordelingen hebben een enorme impact op de levens van het zestal gehad, zei hij.

De 'Zes van Breda' zijn volgens Knoops niet uit op een schadevergoeding. "Daar zullen hun levens niet door veranderen. Dat kan alleen als wordt erkend dat er fouten zijn gemaakt en het OM zegt: het spijt ons."

De advocaat benadrukte dat er eerst nog "een grote rechtszaak gaat plaatsvinden bij het hof in Den Haag". Daar zullen de verdachten wel bij aanwezig zijn, verwacht Knoops.