NOS NieuwsAangepast

Nieuwe supercar uit Vriezenveen

Door economieverslaggever Louis Dekker

510 pk, een topsnelheid van bijna 330 kilometer per uur en een duizelingwekkende acceleratie: van 0 naar 100 in 3,8 seconden. Top Gear-getallen die doen denken aan Ferrari, Bugatti, Maserati, misschien zelfs aan Spyker. Maar niet aan Vencer. Nog niet.

Vencer is een nieuwe Nederlandse sportwagenbouwer. Een 'supercar-fabrikant' met grootse plannen, ambitie en bravoure, getuige de slogan 'Join the Victory'. Het hoofdkwartier is bijna klaar. Het nietige Vriezenveen zal vanaf 2013 op de kaart worden gezet in de mondiale auto-industrie. "Dat is helemaal m'n bedoeling niet hoor. Het is gewoon een geschikte lokatie", zegt de geestelijk vader Robert Cobben.

Kapitaal

Vencer is zijn droom. Cobben is 37 jaar en vermogend genoeg om het project zonder banken van de grond te krijgen. Dat heeft alles te maken met zijn verleden.

Cobbens roots liggen in Vroomshoop. In die omgeving runde hij twee bedrijven in de bouw- en installatiebranche. In 2008 deed hij ze van de hand, pal voor het begin van de crisis. "Inderdaad precies op het goede moment. Daarna begonnen de beurzen in te storten en sloeg de malaise toe."

Geheimzinnig

Inmiddels zijn we enkele jaren verder en is het automerk bijna klaar voor de grote sprong voorwaarts. Daar is overigens voor de buitenstaander nog bijzonder weinig van te zien. 'CEO' Cobben heeft slechts acht werknemers die letterlijk zijn verstopt in een onopvallend kantoorpand in Nijverdal.

Eigenlijk is het opvallendste element het mysterieuze karakter: ramen zijn dichtgeplakt en het is geheimzinnigheid troef. "Wij zijn met iets bijzonders bezig en willen zelf bepalen wanneer we daarmee naar buiten willen. Nee, u mag helaas geen rondje sturen."

Cobben heeft al gemerkt dat het in de auto-industrie lastig is geheimen geheim te houden. Heel naïef dacht hij eerder dit jaar dat een testritje op een Twents industrieterrein geen kwaad kon. "We werden dus meteen gesnapt. Iemand fotografeerde de auto met z'n mobieltje en toen stonden we dus op internet. Daarna hebben we zelf maar dingen naar buiten gebracht om in ieder geval te proberen de regie in handen te houden."

Eens iets anders

Het zijn de maanden van de waarheid voor Vencer. Begin volgend jaar is het hoofdkwartier klaar en in april gaat het eerste model de confrontatie aan met het publiek. Niet in Vriezenveen, maar in Monaco.

Daar in het belastingparadijs zitten de potentiële klanten. Miljonairs die wel eens iets anders willen dan een Ferrari, Lamborghini of Porsche. Het eerste model heet de Sarthe en is vernoemd naar het legendarische circuit waar de 24 Uur van Le Mans wordt gehouden. "Wij voelen ons met dat circuit verbonden en vinden dat de naam past bij wat wij willen. Overwinnen. Zegevieren", zegt Cobben.

Geduld

Wie zo'n Twentse supercar op de kop wil tikken, moet rijk en geduldig zijn. De prijs nadert zelfs exclusief belasting al de drie ton.

En Cobben wil hooguit tien à twintig exemplaren per jaar bouwen. Dat is een essentieel onderdeel van het business-model. De Vencer Sarthe is immers een "unique sportscar for ultimate driving pleasure". Althans op papier en op de website van de fabrikant.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl