Birma erkent aanvallen op moslims

President Thein Sein van Birma heeft erkend dat in de westelijke deelstaat Rakhine grote vernielingen zijn aangericht. Er zijn hele dorpen en delen van steden waar moslims wonen platgebrand, zei een woordvoerder van Thein Sein tegen de BBC.

Human Rights Watch maakte eerder vandaag melding van de verwoestingen. Meer dan 800 huizen en woonboten van moslims, die behoren tot de Rohingya-minderheid, zijn in brand gestoken.

De mensenrechtenorganisatie baseert zich op satellietbeelden. Human Rights Watch vergeleek beelden van 25 oktober met beelden van 9 oktober. Hoeveel slachtoffers er zijn gevallen, is niet bekend. Vele moslims zouden met boten de zee op zijn gevlucht.

Spanningen

Human Rights Watch heeft de regering van Birma opgeroepen om de veiligheid van de moslimbevolking te garanderen en de oorzaken van de spanningen tussen boeddhisten en moslims aan te pakken. De moslims, naar schatting zo'n 800.000 in Birma, komen oorspronkelijk uit buurland Bangladesh. Ze zijn vaak stateloos en hebben daardoor nauwelijks rechten.

In juni vielen bij etnisch geweld in Rakhine zeker negentig doden. Enkele duizenden huizen werden toen verwoest en moslims sloegen massaal op de vlucht. Zo'n 75.000 mensen leven sindsdien in vluchtelingenkampen.