NOS NieuwsAangepast

Noodfonds ESM is geen flappentap

Door economieredacteur André Meinema

De eurolanden zijn met ingang van vandaag een noodfonds rijker: het ESM. De afkorting zegt het al: Europees StabiliteitsMechanisme. Het nieuwe permanente noodfonds moet zorgen voor financiële stabiliteit in Europa. Een kredietlijn van ongeveer 600 miljard euro, bedoeld om eurolanden te helpen die in financiële problemen verzeild raken.

Het ESM is geen Europese suikeroom of flappentap, waaruit naar hartelust geld getrokken kan worden, maar een loket met strenge voorwaarden, regels en toezicht. Een beroep doen op het ESM is zoiets als aankloppen bij de schuldhulpverlening.

Vervanger EFSF

Het noodfonds gaat het huidige tijdelijke noodfonds EFSF (Europese Financiële StabiliteitsFaciliteit) vervangen. Dat oude noodfonds heeft een leencapaciteit van 440 miljard euro. Daarvan is inmiddels al ruim 330 miljard euro uitgeleend of toegezegd. Aan Griekenland, Ierland, Portugal, Cyprus en de Spaanse banken. Er schiet dus nog rond de 100 miljard euro over en dat wordt overgeheveld naar het ESM.

Ruim een jaar geleden vonden economen en financiële markten, en later ook politici, het EFSF veel te klein om de aanhoudende problemen te tackelen. Genoeg geld om Griekenland, Portugal en Ierland uit de brand te helpen, maar te weinig als landen als Spanje en Italië in de problemen komen. Een nieuw permanent en vooral groter noodfonds was nodig, met minstens 1000 miljard achter de hand en liefst nog meer. Want dat maakt pas indruk en kan het vertrouwen terugbrengen.

Tegenzin

Het EFSF zou aanvankelijk pas in 2013 vervangen worden door een permanent noodfonds. Maar omdat de problemen escaleerden werd dat naar voren gehaald. Het ESM zou eigenlijk op 1 juli al operationeel zijn, maar dat bleek te optimistisch. Het vullen van het ESM met de benodigde miljarden bleek in een verdeeld en miljardenmoe Europa niet haalbaar.

De eurolanden stemden met tegenzin en onder grote druk van de verslechterende situatie op de kapitaalmarkten in met meer geld. Grootste geldschieter Duitsland zorgde voor veel onzekerheid. Critici vonden dat met het ESM te veel macht naar Brussel gaat en dat ondermijnt de Duitse democratie. Het Grondwettelijk Hof in Karlsruhe gaf op 12 september groen licht en kon Duitsland zijn handtekening zetten. Op 2 oktober werd het ESM-oprichtingsverdrag door de 17 eurolanden ondertekend.

600 miljard

Het ESM beschikt over 500 miljard euro, plus de resterende 100 miljard euro uit het EFSF. Het is deels echt geld, maar merendeels zogenaamd oproepbaar kapitaal. De eurolanden staan namelijk borg voor het geld dat uitgeleend wordt. Betaalt een probleemland om de een of andere reden niet terug dan draaien de eurolanden ervoor op.

Nederland staat in het EFSF garant voor 45 miljard euro. Voor het ESM komt daar 40 miljard euro bij, plus 4,6 miljard euro aan echt kapitaal dat in een vijftal termijnen in het ESM gestort wordt.

Met de borgstelling van eurolanden gaat het ESM, net als het EFSF nu doet, straks de kapitaalmarkt op om investeerders te vinden die geld willen uitlenen. Dat opgehaalde geld gaat vervolgens naar het probleemland.

Voorwaarden

De voorwaarden om uit het fonds te putten zijn streng, want het mag landen niet te makkelijk gemaakt worden om de hand op te houden.

Een aanvraag om hulp wordt beoordeeld door de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds. Er wordt onderhandeld over de voorwaarden en een afgedwongen hervormingspakket en er komt permanent toezicht. Het land komt in feite onder curatele te staan. De eurolanden hebben allemaal stemrecht.

Het loket van het ESM staat in Luxemburg en de baas wordt de Duitse econoom en huidig directeur van het EFSF Klaus Regling. De 'opperste euroredder' (Die Welt) gaat naar verluidt 324.000 euro bruto per jaar verdienen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl