Real laat Ajax opnieuw kansloos

Ajax heeft in de Champions League met ruime cijfers verloren van Real Madrid: 1-4. De ploeg werd lange tijd weggespeeld, maar leek na rust plots even dicht bij een punt.

Nadat Derk Boerrigter vroeg in het duel voor enig Amsterdams gevaar had gezorgd (hij legde de bal terug, maar vond niemand), kwam Ajax al snel aan weinig anders toe dan tegenhouden. Door herhaald slordig balverlies maakte de ploeg het zichzelf daarbij extra lastig.

Kenneth Vermeer hield Ajax met een paar knappe reddingen lang op de been. Kort voor de rust sloeg Real echter toch toe. Cristiano Ronaldo tikte de bal binnen, nadat het zoveelste balverlies de zoveelste Spaanse aanval had ingeleid.

Ajax koestert heel even illusies

Kort na rust onderstreepte Madrid het klasseverschil met een flitsende counter, die eindigde in een rake omhaal van Karim Benzema. Ajax hing in de touwen en leek de kluts helemaal kwijt.

Plots viel toch de 1-2: Niklas Moisander kopte uit een hoekschop onder de opspringende Iker Casillas door raak. Dat bleek het sein voor een onvermoede dadendrang van de thuisploeg, met een opgelegde kans voor Danny Hoesen tot gevolg. De debutant schoot van dichtbij over.

In twee minuten tijd maakte Ronaldo met geplaatst schot en een lobje alweer een einde aan de Amsterdamse illusies: 1-4. En zo voegde Real een nieuwe zege op Ajax toe aan de vier van de afgelopen twee seizoenen.