Geen dwang ontpoldering Hedwige

De Nederlandse staat hoeft niet op korte termijn te beginnen met het onder water zetten van de Hedwigepolder in Zeeland. Dat heeft de rechtbank in Den Haag in een bodemprocedure besloten. De Vogelbescherming had daar om gevraagd. Die vindt dat het kabinet nalatig is geweest.

Volgens de Vogelbescherming heeft Nederland zich in het Scheldeverdrag met Vlaanderen verplicht tot ontpoldering van het gebied. De rechtbank oordeelt dat de Vogelbescherming niet kan eisen dat Nederland dat verdrag nakomt. Dat kan alleen Vlaanderen als verdragsluitende partij.

Afspraken

Bovendien heeft de staat volgens de rechtbank beleidsvrijheid als het gaat om de invulling van zijn verplichtingen. Nederland kan daardoor niet worden gedwongen om de Hedwigepolder te ontpolderen.

Het onder water zetten van de Hedwigepolder is al jaren onderwerp van discussie. Nederland heeft in een verdrag beloofd dat te doen als natuurcompensatie voor de verdieping van de Westerschelde.

Meerdere kabinetten hebben gezocht naar alternatieven, maar die stuitten telkens op verzet van milieuorganisaties of de Tweede Kamer. Het demissionaire kabinet-Rutte vindt dat het nieuwe, nog te vormen kabinet er een beslissing over moet nemen.

Tegen Nederland lopen al meer procedures. De Europese Commissie startte in mei een juridische procedure, omdat Nederland zich volgens de Commissie niet houdt aan de afspraken over natuurbescherming in de Westerschelde. Vlaanderen begon een geschillenprocedure om Nederland te dwingen het Scheldeverdrag na te komen.