NOS NieuwsAangepast

Duurzame begrafenis populair

Door verslaggever Roel Pauw

Doodgaan is van alle tijden, maar begrafenisrituelen zijn sterk aan mode onderhevig. Om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes in de uitvaartbranche organiseert de vereniging van Toeleveranciers voor de Uitvaartbranche eens in de vier jaar een beurs voor vakgenoten.

Ruim 269 standhouders laten zien wat er zoal te koop is op het gebied van grafkisten, stemmige kleding, lijkwagens, urnen en online condoleanceregisters. Een trend die duidelijk terrein wint is de duurzame begrafenis.

Bestelbus

Standhouder Jaap Legters van de firma Huiskamp staat een bestelbus op te poetsen. Op het oog een gewone, zwarte Mercedes Vito. De ramen zijn discreet geblindeerd. Maar als Legters op een knopje drukt gaat de verlichting aan waardoor er achter het glas stijlvolle, geplooide gordijntjes zichtbaar worden. Nu zie je meteen dat het een lijkwagen is, zeker als ook de vlaggetjes op de motorkap worden geplaatst.

De bus zit vol praktische en arbotechnische snufjes. Hij heeft twee verdiepingen, zodat er vier lichamen tegelijk kunnen worden vervoerd. De laadvloer is in hoogte verstelbaar, waardoor het in- en uitladen van een kist of brancard minder moeite kost. In allerlei laatjes en kastjes kun je spullen kwijt als een koelapparaat, een kamerscherm en andere accessoires.

Postmortale restauratie

Bij een andere stand legt Bas de Leng, accountmanager bij de Zorgdienstengroep, uit hoe gezichten die zijn gehavend door een ongeluk of een operatieve ingreep kunnen worden opgelapt. Op een tafel ligt een bodybag. Als de rits opengaat zie je een nogal gruwelijk verminkt hoofd van iemand die overduidelijk overleden is aan de gevolgen van een verkeersongeval: glasscherven steken uit een akelige voorhoofdswond, een deel van het rechterjukbeen is weggeslagen, overal blauwe plekken en veel bloed. Gelukkig is het allemaal nep.

Postmortale restauratie, zoals De Leng het noemt, maakt gebruik van dezelfde technieken en materialen als de filmindustrie. Was en rubber om ontbrekende delen aan te vullen, haren die één voor één worden geïmplanteerd, airbrush om de gerepareerde dode weer een natuurlijke kleur te geven, compleet met sproetjes en moedervlekjes. Vaak is zo'n klus in een paar uur geklaard, soms duurt het wat langer. Het gebeurt steeds minder vaak dat nabestaanden de overledene niet meer te zien krijgen.

Het lijkt een paradox, maar duurzaamheid wint terrein in de uitvaartbranche. Het gaat dan bijvoorbeeld over ecologische lijkkisten, van onbehandeld vurenhout die in een mum van tijd vergaan zonder schadelijke residuen achter te laten in de grond.

Sloophout

Linda Damhuis van Bogra BV wijst op een kist die is gemaakt van FSC gecertificeerd hout, voor elke gekapte boom een nieuwe. Er staat ook een doodskist die is gebouwd van sloophout.

Normaal gesproken zou het in de verbrandingsoven terecht gekomen zijn, nu zijn de planken in een sociale werkplaats netjes op dikte geselecteerd en ontdaan van spijkers en schroeven.

Grafkelders

Iets verderop staat de stand van Den Boer Econorm. Daar maken ze grafkelders van 100 procent gerecycled beton, afkomstig van sloopprojecten. Volgens Ton Vermey hoef je daarom geen grind en zand meer af te graven. Het productieproces geeft 15 procent minder uitstoot van CO2.

De grafkelders van Den Boer zijn een soort betonnen bekisting die in de grond wordt ingegraven. Daarin komt de lijkkist te staan, bovenop een langwerpige bak die gemaakt is van gerecycled plastic.

Als zo'n graf na 20 jaar wordt geruimd, is het lichaam vergaan en liggen er alleen nog maar botten in de plastic bak. Eventuele schadelijke stoffen, zoals resten van medicijnen, chemokuren of bestralingen verdwijnen op deze manier niet in de grond. Alweer winst voor het milieu, zegt Vermey.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl