100.000ste schadeclaim na geweld

Het Schadefonds Geweldsmisdrijven staat stil bij de honderdduizendste schadeclaim sinds zijn oprichting in 1976. Het aantal aanvragen is toegenomen van 200 per jaar in de beginjaren tot zo'n 8000 nu.

Van de aanvragen leidt 63 procent tot een uitkering aan mensen met ernstig geestelijk of lichamelijk letsel als gevolg van geweld. Daarmee wordt het onrecht dat hun is aangedaan erkend. Zowel slachtoffers als nabestaanden kunnen een beroep doen op het fonds.

Fooi

Maar niet iedereen is tevreden. Advocaten als Yme Drost en Richard Korver geven aan dat er vaak maar 20 procent van de totale immateriële schade wordt vergoed. Slachtoffers zouden zich afgescheept voelen met een fooi.

Voor smartengeld is het maximum 10.000 euro, terwijl de maximale vergoeding voor gemaakte kosten kan oplopen tot 25.000 euro. In 2011 kregen slachtoffers gemiddeld 2380 euro.

Shockschade

In Nederland wordt affectieschade, als gevolg van verdriet, niet erkend. Alleen getuigen van een geweldsincident kunnen een claim indienen voor shockschade. De advocaten pleiten voor een goed functionerend schadefonds en zeggen dat het aan de politiek is om dat te regelen.

Korver, voorzitter van de stichting LANZS, een netwerk van zedenadvocaten, pleit ervoor dat de schadevergoeding in de rechtszaal wordt geregeld. "Je kunt beter naar de rechter stappen voor een schadevergoeding dan naar het Schadefonds", zegt Korver.

Als voorbeeld noemt hij de zaak van een ex-prostituee die langdurig werd uitgebuit. De rechter bepaalde dat zij een schadevergoeding van bijna 1 miljoen euro moest krijgen vanwege slavernij.