'Tandartsen lopen risico bij ingreep'

Tandartsen en hun assistenten laten zich vaak niet medisch onderzoeken als ze in contact zijn gekomen met bloed van een patiënt. Bij zulke risicovolle prikincidenten zouden ze bijvoorbeeld besmet kunnen raken met hiv.

In 45 procent van de gevallen gaat de tandarts of de assistent niet langs het ziekenhuis voor bloedonderzoek. Dat blijkt uit onderzoek van Peter Schneeberger, microbioloog bij het Jeroen Bosch-ziekenhuis, en Paul van Wijk, epidemioloog bij het VU medisch centrum. Zij baseren zich op cijfers uit 2008 van het landelijk meldpunt PrikPunt, waar mensen in de gezondheidszorg prikincidenten kunnen melden en advies kunnen vragen. Er zijn ruim 1400 mensen ondervraagd.

Opdraaien

Eenderde van de tandartsen en assistenten zegt jaarlijks een prikincident mee te maken. Van de 8000 prikincidenten die jaarlijks ontstaan, komt in 16 procent veel bloed vrij. Volgens Schneeberger is het belangrijk dat mensen zich na een prikincident laten controleren. "Als een tandarts of assistent uitschiet met een scherp instrument en er komt bloed van de patiënt in de wond, dan zou je je zorgen kunnen maken. Als de patiënt dan hiv heeft, zou je in het ergste geval ook hiv kunnen krijgen."

Peter Schneeberger zegt dat een onderzoek veel zorgen wegneemt. Vooral de tandartsassistenten vormen een kwetsbare groep. "Assistenten die zich prikken, krijgen van de tandarts vaak te horen dat zo'n onderzoek niet hoeft. Een arts wil dan niet voor de kosten opdraaien van een bloedonderzoek." De microbioloog adviseert tandartsen verder om veiligere technieken te gebruiken om prikincidenten te voorkomen.