NOS NieuwsAangepast

'Nieuw soort astronaut voor Mars'

Door redacteur Lambert Teuwissen

De eerste mannen in de ruimte waren geen astronauten als André Kuipers, goedlachs, welbespraakt, sociaal. Het waren militairen, alfamannetjes, gewend om orders te ontvangen en risico's te nemen. Flegmatische types als Neil Armstrong.

De volgende stap in de ontwikkeling van de ruimtevaart heeft weer een derde soort astronaut nodig, zegt Mary Roach, die het boek 'Ik ga naar Mars en neem mee' schreef.

"Eerst hadden ze The Right Stuff nodig: astronauten die moedig waren, dingen durfden te doen die weinigen eerder hadden gedaan", somt Roach op. "Dat werkte prima op korte missies met twee personen, maar bij langere ruimtereizen is de right stuff juist verkeerd. Je wilt niet die overmoedige mensen met grote ego's, blakend van zelfvertrouwen. Je wilt iemand met empathie, humor, flexibiliteit. Je wil zo'n gevoelige new age-man."

Geen horken

De volgende stap in de ruimte, langere ruimtereizen naar Mars of asteroïden, vraagt om een combinatie van beide types. De nieuwe astronaut moet sociaal genoeg zijn om lange tijd in een kleine groep te kunnen werken, maar hij moet ook eigengereid en stoutmoedig zijn, vanwege de aard van de reis, waarbij de aarde slechts als een piepklein blauw stipje zichtbaar zal blijven.

"Een Marsmissie zal nieuw terrein ontginnen. Astronauten krijgen meer zelfstandigheid, omdat de radioverbinding met aarde een vertraging heeft. Je kunt niet even met de vluchtleiding bellen. Je hebt dus mensen nodig die gedreven zijn, onafhankelijk, maar die ook kunnen opschieten met collega's en geen hork zullen zijn."

"Dat gaat nog een hele zoektocht worden", voorspelt Roach. Toch is het absoluut noodzakelijk voor het slagen van de missie. "Je moet rekening houden met psychologische factoren. Je zit maandenlang in een kleine ruimte met veel mensen, onder grote stress en tijdsdruk. En de methoden om te ontspannen zijn beperkt: je kan niet een blokje om gaan, shoppen, een flinke borrel drinken of een bad nemen."

Vuile was

Vandaar dat de ruimtevaartindustrie niet alleen experimenteert met de benodigde stralingsschilden, brandstof en voedselvoorzieningen, maar ook de psychologische effecten bestudeert. Dat gebeurt bijvoorbeeld in het Mars 500-project, waarbij proefkonijnen zogenaamd de reis naar de rode planeet aflegden.

Over de stress wilden de medewerkers van Mars 500 niks kwijt. Tijdens een persconferentie hielden de nepastronauten de lippen op elkaar over onderlinge gevechten. "Er waren 200 internationale journalisten verzameld en we wilden allemaal de roddels horen. Ben je wel eens woest geworden? Kon je iemand wel eens iets aandoen? Was er wel eens een denderende ruzie? Maar ze zeiden niets. Ze waren getraind de vuile was binnen te houden", verzucht Roach.

Urine

Roach weet waar die opstelling vandaan komt. De NASA doet er alles aan om een bepaald beeld te behouden. "Astronauten worden vaak afgeschilderd als mythische helden, met van die weerspiegelende vizieren waardoor ze er haast bovenmenselijk uitzien. NASA heeft het daarom liever niet over bepaalde zaken", ontdekte Roach.

In dat beeld passen namelijk geen onhebbelijkheden, vloekwoorden of al te menselijke astronauten. "Terwijl het best kan zijn dat die stoere astronaut die je op die maanfoto ziet de man is bij wie zijn urinezakje was losgeschoten. Daar loopt hij op de maan, het belangrijkste moment van zijn leven, maar er loopt ook urine in zijn laars."

Mary Roach - Ik ga naar Mars en neem mee - Maven Publishing - ISBN: 9789490574291

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl