'Optreden bij vermissing adequater'

De politie moet adequater optreden bij de vermissing van kinderen. Dat zegt de Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer. Hij onderzoekt samen met de politie hoe de Richtlijn vermiste kinderen in de praktijk werkt.

De richtlijn werd ruim een jaar geleden opgesteld na de vermissing en dood van Milly Boele. De moeder van een ander slachtoffer, de 10-jarige Jennefer van Oostende uit Rotterdam die vorig jaar verdween en vermoord werd teruggevonden, diende een klacht in bij de ombudsman.

Zij wist niet wat ze van de politie kon verwachten toen ze de vermissing van Jennefer kwam melden. Ze werd naar huis gestuurd met een boekje. "Eigenlijk werd ze met een kluitje in het riet gestuurd", aldus Brenninkmeijer. Ze trekt nu aan de bel omdat ze niet wil dat andere ouders in dezelfde onzekere situatie terechtkomen.

Vast aanspreekpunt

De ombudsman twijfelt eraan of de richtlijn wel overal is ingevoerd. Naar aanleiding van het verhaal van de moeder van Jennefer is minister Opstelten van Veiligheid en Justitie om opheldering gevraagd. Die antwoordde dat de nieuwe regels nog niet zijn toegepast in de zaak van Jennefer.

Vaak blijkt dat mensen afhankelijk zijn van goede contacten met de politie, zegt de ombudsman. Hij pleit voor een vast aanspreekpunt voor de ouders van een vermist kind bij de politie, zodat ze niet iedere keer opnieuw hun verhaal hoeven te doen. Deze persoon moet zowel met de ouders als met het onderzoeksteam contact houden, aldus Brenninkmeijer.

De politie geeft aan mee te werken met onderzoek. Wel zegt een woordvoerder van de raad van Hoofdcommissarissen dat elke vermissingszaak op zichzelf staat. "Kritiek en reacties van betrokkenen nemen we ter harte."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl