DNB hield informatie achter
De commissie-De Wit is verbaasd over de gang van zaken rond informatie die De Nederlandsche Bank heeft achtergehouden voor de commissie. De commissie heeft minister De Jager van Financiën gevraagd er alles aan doen om te voorkomen dat De Nederlandsche Bank ooit nog stukken achterhoudt voor een parlementaire enquêtecommissie.
De commissie onderzocht de gang van zaken bij de overheid en de Nederlandsche Bank bij de nationalisatie van ABN AMRO.
De commissie vroeg in 2010 bij De Nederlandsche Bank alle stukken op die voor het onderzoek relevant konden zijn. Een document met informatie over de overname van ABN Amro in 2007 en over de nationalisatie in 2008 zat er niet bij. De commissie werd op het bestaan ervan geattendeerd door verschillende bronnen, waaronder de Volkskrant. Daarop eiste de commissie het stuk alsnog op.
'Belangrijkste middel'
Voorzitter De Wit benadrukt dat de bank alle stukken moet geven. "De commissie bepaalt of iets relevant is, en niet de Nederlandsche Bank. Zij hebben de plicht om mee te werken aan het onderzoek," zegt De Wit. De voorzitter erkent na bestudering van het stuk overigens dat het geen invloed zou hebben gehad op het eindrapport.
"Maar een enquête is het belangrijkste middel van het parlement en het gaat hier om de positie van de Tweede Kamer," zegt De Wit. Hij wil vooral voor de toekomst vastleggen hoe de verhoudingen liggen.
Reconstructie
De Nederlandsche Bank zegt in een reactie dat het om "een naslagwerk ging voor intern gebruik". Het zou gaan om een reconstructie van een historica van de bank, geschreven op basis van stukken die allemaal wel naar de commissie gingen. Maar achteraf, zo zegt een woordvoerder, was "het beter geweest als met de commissie was overlegd."
Minister De Jager heeft inmiddels contact gehad met DNB. Hij heeft duidelijk gemaakt dat Financiën het belang onderschrijft dat volledige medewerking wordt verleend aan verzoeken zoals van de commissie-De Wit.
Volgende week bespreekt de Tweede Kamer het eindrapport van de commissie-De Wit.