Curator: ondergang is schuld DSB

De DSB Bank heeft de ondergang aan zichzelf te wijten. De bank nam onverantwoorde risico's, werd slecht geleid en had eigenlijk geen bankvergunning moeten krijgen. Tot die conclusie komt de curator van de DSB Bank, Rutger Schimmelpenninck.

De DSB Bank is op 19 oktober 2009 failliet verklaard. Volgens eigenaar en voorzitter Dirk Scheringa is de bank "kapotgemaakt", maar Schimmelpenninck komt na twee jaar onderzoek tot een andere conclusie: "Al met al ontstaat het beeld van een bank die te snel was gegroeid, organisatorisch zwak was met onvoldoende toezicht."

Publiciteit

De ondergang van de bank is niet veroorzaakt door de oproep van Pieter Lakeman om het geld bij de bank weg te halen. "De negatieve publiciteit en de run op de DSB Bank zijn geen oorzaak van het faillissement geweest", stelt de curator, die de oorzaak legt bij de bank zelf. De invloed van Scheringa was te groot, de organisatie zwak en de toezichthouder, DNB, stond te veel op een afstand.

De toezichthouder heeft "steken laten vallen". Als eigenaar en directeur had Scheringa te veel macht. Voordat de bank een vergunning kreeg had de toezichthouder, DNB, moeten eisen dat die macht zou worden afgebroken. Dat is niet gebeurd. "Een gemiste kans", stelt de curator. Bij de start van de bank waren er ook al twijfels over de integriteit van Scheringa en zijn medebestuurder Van Dijk. Er was sprake van "een patroon van niet integer handelen". De directie van DNB heeft niets met die twijfels gedaan.

'Irritante reclame'

Daarnaast had de bank eerder moeten inzien dat de manier waarop hypotheken en verzekeringen werden verkocht niet deugde. Intern werd al lang gerapporteerd dat de bank bekend stond als "een organisatie die via irritante reclame mensen kredieten probeert aan te smeren."

DSB heeft deze werkwijze nooit echt aangepakt en de kritiek die vervolgens op de werkwijze van de bank losbarstte niet op tijd kunnen pareren. Dat is volgens de curator een belangrijke oorzaak van het faillissement.

Bankvergunning

De curator heeft ook grote kritiek op de raad van bestuur van DSB Bank, met daarin onder meer oud-minister Zalm en de accountant Ernst en Young. Al in 2007 had duidelijk moeten zijn dat Scheringa eigenlijk geen geld had voor zijn hobby's, zoals de sponsoring van een schaats- en voetbalploeg en de bouw van een museum.

De curator heeft nog niet besloten of hij Scheringa, de leiding van de bank of de toezichthouder aansprakelijk stelt. Daarvoor is extra onderzoek noodzakelijk.

De toezichthouder kreeg eerder al forse kritiek van de commissie-Scheltema. Die stelde ook dat de DSB Bank in 2005 niet zo makkelijk een bankvergunning had moeten krijgen van De Nederlandsche Bank. Toenmalig DNB-president Wellink zei later dat hij het daar mee eens was: "We hadden DSB nooit zonder extra voorwaarden een bankvergunning moeten geven."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl