NOS NieuwsAangepast

Onderzoek geweld in Indië bepleit

Drie onderzoeksinstituten pleiten voor een nieuw onderzoek naar het militaire optreden van Nederland in voormalig Nederlands-Indië in de jaren 1945-1949.

Het zijn het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH), het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) en het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD). Het onderzoek moet "helpen begrijpen wat de aard van het geweld en het optreden was".

De directeuren van de drie instituten noemen het in de Volkskrant van essentieel belang om niet alleen Nederlandse maar ook Indonesische archieven en historici te raadplegen. Als startpunt voor het onderzoek kan bestaand historisch materiaal zoals de Excessennota uit 1969 van historicus Cees Fasseur worden gebruikt. Daarin wordt melding gemaakt van oorlogsmisdaden.

Morele vraagstukken

Een nieuw onderzoek moet meer inzicht geven in het soort oorlog dat in Indonesië werd gevoerd door Nederland en waarom en hoe de oorlog mensen ertoe bracht wreedheden te begaan. Ook willen de drie instituten een antwoord op vragen als hoeveel slachtoffers er zijn gevallen, wat het juridische kader was voor de oorlog en wie waarvoor verantwoordelijk was.

De meeste debatten over het geweld tijdens de Indonesische revolutie richten zich volgens de drie directeuren op morele vraagstukken: "wie was er fout en wie moet excuses aanbieden?" Een nieuw onderzoek moet verder gaan dan dat, schrijven ze in de Volkskrant.

In 2005 erkende toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot tijdens een bezoek aan Indonesië dat "we aan de verkeerde kant van de geschiedenis stonden". Eind vorig jaar bood de Nederlandse ambassadeur excuses aan voor het bloedbad in het dorp Rawagede in 1947.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl