Syrië: geen dialoog door milities
Het Syrische bewind voelt zich niet aangesproken door de waarschuwing van VN-gezant Kofi Annan dat het land afglijdt naar een complete burgeroorlog.
Regeringswoordvoerder Jihad Makdissi stelt in een gesprek met de NOS dat de autoriteiten niet verantwoordelijk zijn voor het geweld in Syrië. Net als president Assad zegt Makdissi dat het bloedbad in Houla van ruim een week geleden niet het werk is van de regering. "We zijn daardoor niet in verlegenheid gebracht, het is niet het leger dat hiervoor verantwoordelijk is."
Tegenwerking
Makdissi geeft binnen- en buitenlandse krachten de schuld van het geweld, waaronder al-Qaida. "Mensen proberen Syrië te destabiliseren om geopolitieke redenen. Verzwakking van Syrië is in het belang van sommigen." De regering-Assad heeft zich volgens de woordvoerder volledig gecommiteerd aan het vredesplan van Annan.
Van de uitvoering van dat plan is nog niets terechtgekomen, omdat het geweld maar aanhoudt. "Daardoor zijn we nog niet toegekomen aan de politieke dialoog." In de ogen van Makdissi stuit het plan op tegenwerking van groepen die uit zijn op escalatie van het conflict. "Het slagen van de missie Annan is niet afhankelijk van alleen de regering."
Waardigheid
Het Syrische bewind is niet onder de indruk van het voorstel van de Amerikaanse president Obama om het voorbeeld van Jemen te volgen. De Jemenitische president Saleh is vertrokken, waarna regering en oppositie zijn gaan samenwerken. In Syrië werkt dat niet, zegt Makdissi. "Degenen die wapens dragen, hebben niets met de oppositie te maken, dat zijn milities."
Makdissi zegt dat er geen contact is met de milities. "Natuurlijk niet. Maar als ze hun wapens neerleggen, dan zijn ze van harte welkom voor een gesprek."
De woordvoerder betreurt het dat Nederland de Syrische ambassadeur eruit heeft gezet. "Dat is jammer, ik hoop dat ze daar op terugkomen." Dat Damascus op zijn beurt de Nederlandse zaakgelastigde wegstuurde, vindt Makdissi vanzelfsprekend. "We hebben onze waardigheid. Wat verwacht u?"