Robert M. krijgt 18 jaar cel en tbs
In de Amsterdamse zedenzaak is hoofdverdachte Robert M. veroordeeld tot 18 jaar cel en tbs met dwangverpleging. Er was 20 jaar en tbs geëist. M.'s echtgenoot Richard van O. kreeg 6 jaar cel opgelegd.
M. had bekend dat hij 67 zeer jonge kinderen seksueel heeft misbruikt in kinderdagverblijven, in zijn huis en op oppasadressen. Volgens de rechtbank is er een zeer grote kans op herhaling. De conclusies van het Pieter Baan Centrum dat M. verminderd toerekeningsvatbaar is, neemt de rechtbank over. Daarom valt het vonnis licht lager uit dan de eis.
Gooien met water
M. gooide tijdens het vonnis een glas water richting de voorzitter van de rechtbank toen die zei dat M.'s spijtbetuiging tijdens de zaak ongeloofwaardig was. Die spijtbetuiging was volgens de rechtbank een kwestie van "instrumentele afweging" van M. en niet van inleving in het lot van zijn slachtoffers en nabestaanden. Het glas water raakte de voorzitter niet niet.
M. en zijn echtgenoot verstoorden het uitspreken van het vonnis vaker. Zo vielen ze de voorzitter geregeld in de rede met uitroepen als "onzin".
De rechtbank verwierp de stelling van M.'s advocaten dat de doorzoeking in het huis van M. onrechtmatig was. De gevonden hoeveelheid kinderporno kon volgens de rechters dus gewoon als bewijs dienen.
Richard van O.
De medeverdachte Van O. werd schuldig bevonden aan het ondersteunen van het misbruik van zijn man op oppasadressen en in zijn huis. Zo kocht hij glijmiddel terwijl hij wist dat zijn man het gebruikte voor seksueel misbruik, stelde de rechtbank. "Hij heeft zijn echtgenoot geen strobreed in de weg gelegd."
Van medeplichtigheid van het misbruik in de crèches werd Van O. vrijgesproken. Tegen hem was 12 jaar cel geëist.
Het Openbaar Ministerie is tevreden met beide vonnissen. Het is in principe niet van plan om in hoger beroep te gaan, omdat het vindt dat er een eind aan de zaak moet komen. Wel houdt het OM de mogelijkheid open dat het beroep aantekent als de verdachten dit ook doen.
Hoger beroep
Van O. heeft al laten weten de straf inderdaad aan te vechten. Volgens zijn advocaat wist Van O. pas in 2009 van het misbruik, terwijl de rechtbank ervan uitgaat dat dat al in 2006 het geval was.
De verdediging van Robert M. heeft nog geen beslissing genomen over een hoger beroep. Advocaat Van der Goot zegt dat hij de uitspraak eerst nader wil bestuderen.