Mladic-proces over Srebrenica
In het proces tegen de Bosnisch-Servische oud-generaal Ratko Mladic zijn de aanklagers van het Joegoslaviëtribunaal begonnen met de behandeling van 'Srebrenica'. Mladic staat in deze zaak terecht op beschuldiging van onder meer genocide.
Hij gaf leiding aan de troepen die in juli 1995 de VN-enclave overliepen, de vrouwen en kinderen wegvoerden en 7000 moslimmannen en -jongens om het leven brachten in de omgeving van de Oost-Bosnische stad.
Persoonlijk toezicht
"Het bewijs is overweldigend", zei aanklager Peter McCloskey in zijn openingsverklaring op de tweede procesdag. Hij gaf aan dat Mladic er als commandant persoonlijk op toezag dat de operatie met militaire precisie werd uitgevoerd.
Ook maakte McCloskey bekend dat de voormalige Bosnisch-Servische officier Momir Nikolic wordt opgeroepen als getuige tegen zijn voormalige baas Mladic. Nikolic legde in 2003 een schuldbekentenis af voor het tribunaal en betuigde spijt voor de dood van de 7000 moslims. Hij heeft verklaard dat hij heeft deelgenomen aan vergaderingen met Mladic waarin werd beslist over hun lot.
Beelden
De aanklager liet beelden zien van het bezoek van VN-generaal Philippe Morillon aan Srebrenica in 1993. Die beloofde toen dat de VN de duizenden doodsbange moslimvluchtelingen die zich in de enclave hadden verzameld, zou beschermen.
De VN riep het gebied daarop uit tot 'veilige haven', maar stuurde vervolgens te weinig blauwhelmen naar het gebied om de bevolking te kunnen beschermen, zei McCloskey.
Het proces is vandaag gericht op de laatste maanden van de oorlog in Bosnië-Herzegovina. In november 1995 werd het vredesakkoord van Dayton ondertekend.