NOS WielrennenAangepast

'Fall and rise' van David Millar

David Millar, wielrenner en in het bijzonder tijdrijder.

David Millar, betrapt op doping, wereldtitel ontnomen, maar weer uit het dal geklommen.

David Millar, schrijver van het boek 'Racing in the dark, the fall and rise of David Millar'.

'Fall and rise'

De Schot startte zijn carrière in 1997 bij de Cofidis-formatie. In dienst van de Franse ploeg reeg hij de overwinningen aaneen. Maar het succes kreeg een keerzijde. Millar werd in 2004 verdacht van het gebruik van epo. Hij bekende en werd voor twee jaar geschorst. Over die donkere periode in zijn leven heeft de Schot een boek geschreven.

"Ik was eerst niet blij met de titel 'The fall and rise'. Ik vond het pretentieus. Naar mate het boek meer vorderde, raakte ik echter overtuigd van de titel. Daar gaat het namelijk wel over: mijn 'fall and rise'."

"Het is een boek over mijn leven, mijn ups en downs. In zeven jaar veranderde ik van een idealistisch, blasé rennertje naar een doping gebruikende 26-jarige wereldkampioen. Met het boek wilde ik aantonen dat het mij ook kon overkomen."

Bellen met zijn moeder

In zijn periode bij Cofidis leerde Millar de oneerlijke kant van het wielrennen kennen, de doping-kant. "Ik belde mijn moeder om te vragen wat ik moest doen. Ze zei: stop ermee, kom naar huis en ga naar de kunstacademie."

De jonge Millar liet zich niet kennen en stapte naar de ploegleiding met de mededeling dat hij niet meer met Philippe Gaument en Frank Vandenbroucke wilde rijden vanwege hun dopinggebruik. De Schot kreeg echter nul op rekest en de ploeg bleef de twee opstellen in koersen. "Niemand maakte het uit of je doping gebruikte. De ploegleiding wist ervan en deed er niets aan."

"Ik verloor het vertrouwen in de wielerwereld en gaf de brui aan mijn verzet. Ik werd deel van het (doping-)systeem. Iets dat ik nooit gedacht had te doen."

Twijfel

Lange tijd twijfelde Millar of hij het boek wel zou schrijven. "Wat heb je aan een boek dat slecht eindigt. Dat ik me verschrikkelijk voel en eigenlijk een boef ben."

Dat het epistel er toch gekomen is, heeft hij aan 'collega's' te danken. "Rond de Spelen van Peking werd veel Britse sporters gevraagd een boek te schrijven over hun leven. Ik dacht: dat kan ik ook en ik heb ook meer te melden."

Uiteindelijk heeft het boek een zeer persoonlijke reden. "Ik heb het geschreven voor mezelf en voor de mensen die ik teleurgesteld heb. Die wilde ik vertellen wat me overkomen was."

Het viel Millar niet mee zijn ideeën op papier te zetten. "Vooral het schrijven van het laatste stuk was net topsport, misschien wel zwaarder dan fietsen. Het was 's morgens opstaan en niet op de fiets stappen, maar alleen maar denken en schrijven. Het was een vreemde gewaarwording."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl