NOS NieuwsAangepast

Veel huishoudens met restschuld

Bijna één op de zes huishoudens in ons land zit met een restschuld van gemiddeld 30.000 euro op hun huis. Dat wil zeggen: de hypotheekschuld is hoger dan de huidige verkoopwaarde van het huis. Bij elkaar opgeteld is dat 15,3 miljard euro aan schulden waar dus niks tegenover staat.

Dat blijkt uit een onderzoek dat de Vereniging Eigen Huis (VEH) heeft laten uitvoeren naar de financiering van de huizenmarkt. De VEH wil met de cijfers de discussie over de noodzakelijke hervormingen op de woningmarkt onderbouwen.

Het gaat vooral om huiseigenaren tot 35 jaar, de starters op de woningmarkt. Jongeren en jonge gezinnen die tussen 2011 en 2008 een huis gekocht hebben, vaak ook nog gefinancierd met een fiscaal voordelige hypotheek, dus met maximale aftrek van de hypotheekrente. Meestal gaat het om een combinatie van een aflossingsvrije hypotheek en een spaar- of beleggingshypotheek. Daarbij wordt, zeker in de beginjaren, nauwelijks afgelost.

Kosten koper

De hypotheekschuld van Nederlandse huishoudens is hoger dan in andere landen en is ook snel gestegen. De totale hypotheekschuld is opgelopen van 298 miljard euro in 2001 naar 665 miljard euro in 2011.

Volgens de VEH zijn de fundamenten over het algemeen nog relatief goed: de hypotheekrente staat laag, de werkloosheid valt nog mee, er is spaargeld, en de meeste huiseigenaren hebben nog overwaarde op hun huis. En het risico op restschuld wordt afgedekt door de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Maar het risico en de zwakke plek zit bij de circa 500.000 huishoudens in de leeftijd tot 35 jaar.

Het lijkt een open deur, want de huizenprijzen dalen al een paar jaar en veel mensen hebben hun huis op de top van markt gekocht, dus duur. De huizenprijzen gingen in die tijd skyhigh en de banken leenden maximaal uit, inclusief kosten koper en een eventuele verbouwing. Huizenkopers en banken gingen er destijds van uit dat de huizenprijzen zouden blijven stijgen en het huis zichzelf wel zou terugverdienen.

Minnelijke schikking

De financiële crisis en de dalende huizenprijzen hebben daar een dikke streep door gehaald. Als deze huiseigenaren hun huis willen verkopen, omdat ze groter willen wonen of kinderen krijgen, of gedwongen worden door werkloosheid of echtscheiding, is dat met verlies.

Rabobank en ING verwachten dat dit en volgend jaar de huizenprijzen verder zullen dalen. Dat betekent een verdere stijging van de restschuld. De VEH heeft laten berekenen dat bij een daling met 10 procent de restschuld voor één op de vijf huishoudens oploopt naar gemiddeld 39.000 euro. Bij een daling met 20 procent wordt dat 50.000 euro. Die restschuld komt volledig voor rekening van de huishoudens, tenzij men het huis gekocht heeft met NHG-garantie, of de bank instemt met een minnelijke schikking, of er een schuldsaneringstraject van 3jaar wordt afgesproken.

De VEH pleit voor een omvattend woningmarktplan, met onder meer een verlaging van de renteaftrek voor alle hypotheken. In het bezuinigingsakkoord van de coalitiepartijen zijn vooral de starters de dupe van de verplichte annuïteitenhypotheek voor nieuwe hypotheken.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl