CPB kraakt PVV-rapport over euro

Het PVV-rapport 'Nederland en de euro' over de kosten van de euro en de voordelen om uit de euro te stappen rammelt. Dat zegt het Centraal Planbureau (CPB), dat op verzoek van de Vaste Kamercommissie Financiën van de Tweede Kamer het PVV-rapport onder de loep genomen heeft.

Het CPB concludeert: "Het is op basis van de twee rapporten die LSR heeft gepubliceerd niet mogelijk om haar belangrijkste bevindingen te onderschrijven, namelijk dat de invoering van de euro Nederland geld heeft gekost en dat Nederland geld zou besparen door uit de euro te stappen."

In opdracht van de PVV heeft het Britse onderzoeksbureau Lombard Street Research (LSR) onderzocht of de terugkeer naar de gulden voordeliger is dan de euro te houden. Het rapport concludeert dat de invoering van de euro Nederland geld heeft gekost, een lagere economische groei opgeleverd heeft en de oorzaak is van de schuldencrisis. Herinvoering van de gulden levert volgens LSR per saldo tientallen miljarden euro's voordeel op.

Te hoog

Het CPB stelt dat de analyse geen aanleiding geeft tot deze conclusies. De vergelijking tussen eurolanden en niet eurolanden gaat mank. De kosten van de ondersteuning aan probleemlanden worden te hoog ingeschat en de kosten van het uit de euro stappen worden onderschat.

Het Lombard-rapport vergelijkt de economische groei van Nederland met die van Zweden en schrijft de verschillen toe aan de euro. Volgens het CPB kunnen die echter het gevolg zijn van heel andere oorzaken. Verder stelt het CPB dat LSR er ten onrechte vanuit gaat dat Nederland geen financiële steun aan probleemlanden meer hoeft te geven als het uit de euro stapt.

Verschillen

Het volledige rapport en de samenvatting ervan verschillen bovendien van elkaar in inhoud en gebruikte methoden stelt het CPB vast. Zo zijn in de samenvatting de genoemde kosten van de euro niet terug te vinden in het hele rapport en ontbreken methoden om de effecten van de euro en/of de terugkeer naar de gulden te duiden. "Er is geen aandacht voor veranderingen in economische structuur, de rol van instituties (bankentoezicht etc.) of de rol van verwachtingen bij financiële markten."

Een deel van de vragen van de Vaste Kamercomissie Financiën kan ook niet beantwoord worden., omdat "een verantwoorde onderbouwing van de kosten-batenanalyse van de euro nauwelijks te geven is." Dat bleek ook al uit eerdere rapporten over een mogelijke euro-exit van onder meer ING, Rabobank en UBS.