Lichtend Pad nog niet verslagen
'We zijn er nog'. Dat is het signaal dat de Peruaanse rebellenbeweging Lichtend Pad met de gijzeling van 36 arbeiders opnieuw heeft afgegeven aan de Peruaanse regering. Die beweerde vorige maand nog dat Lichtend Pad nu toch echt was verslagen.
In de jaren 80 en begin jaren 90 was Lichtend Pad een van de gewelddadigste guerrillabewegingen van Latijns-Amerika die grote delen van het Peruaanse platteland controleerde. De beweging voerde een bloedige en meedogenloze strijd tegen de Peruaanse regering. Meer dan 70.000 mensen kwamen daarbij om het leven. Dat zijn er meer dan tijdens de militaire dictatuur in Argentinië en het regime van Pinochet in Chili samen.
Met de arrestatie van hun leider Abimael Guzmán in 1992 was de beweging zo goed als dood, maar dat duurde niet lang. Verschillende overgebleven rebelleneenheden wisten zich te hergroeperen in afgelegen valleien die van oudsher lastig te bereiken zijn, ook voor de Peruaanse regering.
Cocaïne
Daar maakt Lichtend Pad nu de dienst uit, met wapens die gefinancierd worden uit de opbrengsten van de cocaïnehandel. Door hun nauwe samenwerking met de cocaïneboeren zijn de rebellen volgens sommigen zelfs sterker dan ooit. Bolwerken van Lichtend Pad zijn de Huallaga vallei en de Apurimac-Ene vallei in het Amazonegebied van Peru. In de Apurimac-Ene vallei wordt meer dan de helft van Peru's cocaïne verbouwd.
Het Peruaanse leger heeft grote moeite om de Lichtend Pad-rebellen te bestrijden. Niet alleen omdat ze in moeilijk bereikbaar gebied zitten, maar ook omdat de beweging op grote schaal kindsoldaten inzet en militairen niet op hen zouden willen schieten. In verschillende dorpen proberen volksmilities van gewapende boeren de Lichtend Pad-rebellen daarom maar zelf te bestrijden.
Half februari arresteerde de Peruaanse regering de beruchte leider van Lichtend Pad, Artemio. Hij had de leiding over de Huallaga-vallei. De Peruaanse regering meldde dat de beweging daarmee zo goed als verslagen was. Maar de recente ontvoering maakt pijnlijk duidelijk dat dat nog lang niet het geval is.