NOS NieuwsAangepast

Titanic-mythes moeilijk uit te roeien

Door redacteur Lambert Teuwissen

Kapitein Smith redde het leven van een baby voordat hij verdronk. Een miljonair betaalde de bemanning van zijn reddingsboot om weg te varen van drenkelingen. Het orkest speelde Nearer my God to Thee toen de Titanic in de golven verdween.

Het zijn allemaal mythes rond de bekendste scheepsramp uit de geschiedenis, vandaag 100 jaar geleden. En het is allemaal niet waar. Tim Maltin schreef een boek om de hardnekkige legendes te weerleggen.

Kapitein roekeloos?

De grootste misverstanden bestaan volgens Maltin over het gedrag van kapitein Smith die nacht. Hij zou roekeloos hebben gehandeld door op hoge snelheid een gebied binnen te varen waarvan hij wist dat er ijs lag. Volgens Maltin was dat in die tijd echter gebruikelijk en toonde de ramp pas de gevaren ervan aan.

"Elke kapitein ging op volle kracht, ook als er ijsbergen of pakijs was gemeld. De kapitein van de Mauretania werd later geïnterviewd en zei dat hij gewoon 27 knopen aanhield, zelfs zonder maan en met pakijs. 27 knopen! 5 knopen sneller dan de Titanic op het moment van de ramp."

De beschuldiging dat Smith door de rederij werd opgehitst om een recordsnelheid neer te zetten, is ook onzin. "De Tinanic was niet gebouwd voor snelheid, maar voor luxe. Het snelheidsrecord dat in 1909 door de Mauretania was neergezet, zou pas in 1929 worden gebroken."

Tekort bemanning

De veronderstelling dat er met extra reddingsboten meer levens gered zouden zijn, klopt volgens Maltin ook niet. In de reddingsboten was inderdaad slechts plaats voor de helft van alle opvarenden, maar meer boten alleen was geen oplossing geweest.

"Om zo veel reddingsboten te water te laten, heb je veel meer volmatrozen nodig. Per schip zouden er minstens zes nodig zijn geweest", legt Maltin uit. "Er waren 900 bemanningsleden aan boord, maar slechts vijftig van hen waren zeelieden. De rest waren kamermeisjes, obers, stokers."

"Door het gebrek aan mankracht konden ze geen boten tegelijkertijd te water laten", vervolgt Maltin. "Pas toen ze de boten bij de voorplecht gedaan hadden, keerden ze terug naar achteren." De anderhalf uur tijd die de bemanning daarvoor had, was net voldoende voor de twintig boten van de Titanic: de laatste zou ondersteboven van het dek spoelen toen het schip onder water verdween.

Zondebok

Veel van de mythes ontstonden al in de eerste dagen na de ramp, in een poging een zondebok te vinden voor het vergaan van het onzinkbaar geachte schip. De kapitein die te hard voer, de reder met meer oog voor winst dan veiligheid, het zijn volgens Maltin te makkelijke stereotypen.

"Bij dit soort rampen gaan er altijd meerdere dingen tegelijk mis", stelt Maltin. "Maar dit is niet een verhaal van helden en schurken. Het is het verhaal van gewone mensen die hun uiterste best deden, maar waar de natuur het uiteindelijk won."

Tim Maltin - 101 things about the Titanic you thought you knew, but didn't - Penguin

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl