PvdA: nazorg Alphen moet beter

Slachtoffers van de schietpartij van vorig jaar in Alphen aan den Rijn voelen zich in de steek gelaten. Dat zegt PvdA-Kamerlid Ahmed Marcouch na een gesprek met 35 slachtoffers.

Marcouch organiseerde de bijeenkomst nadat hij klachten had gehoord over de nazorg na het drama in winkelcentrum Ridderhof. Tristan van der Vlis schoot daar op 9 april 2011 zes mensen en zichzelf dood.

Nauwelijks nazorg

Mensen die bij de schietpartij gewond raakten, hebben volgens Marcouch het afgelopen jaar vier bijeenkomsten gehad.

Maar andere betrokkenen, zoals toeschouwers en mensen die familieleden hebben verloren, kregen nauwelijks nazorg. Ze zeggen dat er in het begin heel veel aandacht was, maar dat nu niemand meer belangstelling voor hen heeft.

Veel vragen

Volgens het PvdA-Kamerlid leven er nog veel vragen over het wapenbezit van Van der Vlis. Veel slachtoffers hebben het gevoel dat die kwestie niet goed is onderzocht of zelfs in de doofpot wordt gestopt.

Daarnaast zijn er veel psychische problemen. Winkeliers die getuige waren van de schietpartij kunnen volgens Marcouch maar moeilijk aan het werk, jongeren gaan niet naar school. Iemand vertelde tijdens de bijeenkomst dat hij al misselijk wordt als hij naar Alphen aan den Rijn rijdt.

Aanspreekpunt

Marcouch vindt dat de gemeente een centraal aanspreekpunt moet aanstellen waar de slachtoffers met al hun vragen terecht kunnen. Ook moet de gemeente bijeenkomsten organiseren.

Binnenkort praat de Tweede Kamer met het kabinet over het drama in Alphen. Marcouch zegt dat hij voor die tijd al contact zal zoeken met minister Opstelten om de hulpverlening te verbeteren.