'Journalisten begraven in Homs'

De journalisten Marie Colvin en Remi Ochlik zijn maandag begraven in een park in de wijk Baba Amr in de Syrische stad Homs. Dat zeggen Syrische opstandelingen in een video, die op internet is verschenen.

De twee journalisten werden op 22 februari in Homs gedood, tijdens zware beschietingen door het Syrische leger.

In de video is te zien hoe de lichamen van Colvin en Ochlik zijn ingepakt in witte plastic lijkzakken, waarop hun namen staan geschreven. Ze krijgen een rituele islamitische begrafenis.

Martelaar

Een man in een doktersjas, die zich Mohammed Ahmed noemt, vertelt dat het 27 februari is en dat ze in een van de parken van Baba Amr zijn. Volgens Ahmed kunnen ze de lichamen niet langer bewaren, omdat er geen elektriciteit meer is voor de koeling. De lichamen kunnen niet worden opgehaald omdat het Syrische leger het Rode Kruis niet toelaat in de stad.

Mohammed Ahmed spreekt nog een paar woorden voor Marie Colvin wordt begraven: "Mary Colvin is een martelaar geworden omdat ze op een vreedzame humanitaire missie was. Ze vertelde de waarheid over wat er in Baba Amr is gebeurd. Dat God genadig mag zijn en Marie wil opnemen in het paradijs."

Even later wordt ook Remi Ochlik begraven na woorden van gelijke strekking.

Gevonden

Op een andere video zijn de gezichten van Colvin en Ochlik te zien, terwijl ze liggen opgebaard in dezelfde lijkzakken. De gezichten zijn zo gehavend dat ze moeilijk te herkennen zijn.

Het Franse persbureau AFP meldt dat de Syrische autoriteiten de lichamen inmiddels hebben gevonden. Ze zijn overgebracht naar Damascus. Na dna-tests worden de stoffelijke overschotten overgedragen aan de ambassade van Polen, die de Verenigde Staten en Frankrijk vertegenwoordigt in Syrië.