NOS SportAangepast

Leden NOC*NSF: focus meer op 'toptien'

De Sportagenda 2016 is tijdens een algemene ledenvergadering van NOC*NSF met grote meerderheid van stemmen aangenomen.

Kleine sportbonden sputterden tegen. Heikel punt in het beleidsplan voor de komende vier jaar was de geplande inkrimping van het aantal topsportprogramma's.

De focus gaat nog meer naar sporten die al dan niet olympisch tot aansprekende mondiale successen leiden. "De inhoudelijke opdracht was collectief de toptien-ambitie halen", legde Jeroen Bijl, manager topsport NOC*NSF, uit.

De sportkoepel kiest vanaf 2013 voor schaatsen, zwemmen, wielrennen, paardensport, zeilen, roeien, judo en hockey. Sporten waarin Nederland traditioneel succesvol is. Nu krijgen deze sporten 7,5 miljoen euro, een kwart van het totale topsportbudget. Over twee jaar wordt dat liefst 22,5 miljoen euro, driekwart van het budget.

Behalve deze successporten delen ook atletiek en turnen, twee prestigieuze olympische sporten, in dat bedrag. Voor de kleinere sporten, bijna 65 in totaal, resteert dan nog slechts 7,5 miljoen euro.

Voorwaarden

Programma's die financiële ondersteuning krijgen, moeten aan voorwaarden voldoen: de sport moet in veel landen worden beoefend en er is bijvoorbeeld de eis dat een sporter ten minste 250 dagen per jaar met zijn sport bezig is. Dat leidde tot weerstand bij veel kleine bonden.

Een voorstel om in de stemming een onderscheid te maken tussen het topsportprogramma en de plannen voor de breedtesport - het andere deel van het beleidsplan - kreeg weinig bijval. Directeur Jan Kossen van de Koninklijke Nederlandse Zwembond verdedigde de Sportagenda 2016: "Dit is de enige manier als we met topsport vooruit willen."

Voeten in de aarde

De stemming had nog wat voeten in de aarde. NOC*NSF-voorzitter André Bolhuis wilde dat mondeling doen, maar tal van leden vonden dat een slecht idee waarna alsnog stembriefjes tevoorschijn werden gehaald.

Behalve de toptien-ambitie is de verhoogde participatie - het streven is dat 75 procent van de bevolking gaat sporten waar het nu nog 65 procent betreft - een ander speerpunt in het beleidsplan. Van de 215 aanwezige stemmen - grotere bonden beschikken over meer stemmen dan kleine - waren er uiteindelijk 176 voor.

Het resultaat stemde Bolhuis tevreden. "Dit is een stap naar de komende vier jaar waarin we hopen onze ambities in zijn geheel of in ieder geval voor een groot deel te realiseren."

    Deel artikel:

    Advertentie via Ster.nl