NOS NieuwsAangepast

'Ik ben geen spons voor jullie schuldgevoel'

Door buitenlandredacteur Floris Harm

Shahidul Alam stroopt zijn mouw op om een van de acht messteken te laten zien, die militairen hem in 1996 toebrachten. Het is het resultaat van een gewelddadige confrontatie met de autoriteiten van zijn thuisland Bangladesh. In dit geval werd de fotograaf verdacht van samenspannen met de politieke oppositie.

Shahidul Alam: in 1955 geboren in de hoofdstad Dhaka van Bangladesh. Fotograaf en schrijver. Winnaar van vele internationale fotografie prijzen en de eerste niet-Westerse voorzitter van de World Press Photo-jury. Maar hij is vooral maatschappelijk activist.

Tot nog toe liepen zijn confrontaties met de autoriteiten telkens goed af. "Het is een dunne lijn", zegt hij. Zijn sonore Engels verraadt een universitaire opleiding in Groot-Brittannie, waar hij van 1972-1984 woonde. "De kunst is om precies op de lijn te blijven. Je moet de hitte kunnen voelen, maar je moet zorgen dat je jezelf niet brandt."

Amsterdam

Alam is op bezoek in Amsterdam voor de promotie van zijn nieuwe boek 'My Journey as a Witness'. Het toonaangevende American Photo Magazine riep het uit tot een van de beste fotoboeken van 2011.

Veel van de 130 foto's in het boek, door Alam zelf geselecteerd, verbeelden zijn missie om te strijden tegen maatschappelijken ongelijkheid en onrecht. Het is die missie die hem al vaak in conflict bracht met de autoriteiten. Zo keek hij in 2009 in de loop van de schietgrage grenspolitie van India, die in de maanden daarvoor bijna 100 burgers in het grensgebied had doodgeschoten.

In 2010 werd hij met de dood bedreigd omdat hij 'Crossfire' had georganiseerd, een fototentoonstelling over buitenrechtelijke executies door de Rapid Action Batallion, een speciale politie-eenheid in Bangladesh. "Na de tentoonstelling was er een duidelijke afname van het aantal incidenten", zegt Alam. Maar het succes is relatief. "Nu laten ze mensen gewoon verdwijnen, wat misschien nog erger is. Dus de strijd gaat door."

Alternatief

In 1989 richtte Alam samen met een aantal advocaten en mensenrechtenactivisten Drik op. Drik wil een alternatief bieden voor het stereotype beeld dat de internationale (lees: Westerse) foto-agentschappen van de Derde Wereld presenteren. Waar zij zich richten op armoede en natuurrampen, wil Drik juist de kracht van de bevolking onder die omstandigheden laten zien. Met diezelfde doelstelling richtte Alam sinds negen jaar later Pathshala op, een (inmiddels) internationaal vermaarde fotografie academie in de hoofdstad Dhaka.

"Het Westen kan zo neerbuigend zijn", zegt Alam, een kleine man met een vriendelijke baard. Hij neemt zijn eigen land als voorbeeld. "Slechts 2 procent van het nationaal inkomen van Bangladesh is afkomstig van internationale steun. Maar in het Westen denkt iedereen dat Bangladesh een hopeloos geval is, dat alleen maar bestaat bij de gratie van ontwikkelingshulp."

Alam bedankt ervoor: "Ik wil geen spons zijn voor jullie schuldgevoel", schrijft hij op de achterflap van zijn nieuwe boek. "Je mag naast mij lopen, maar loop me niet in de weg terwijl je me een helpende hand toereikt. Dan blokkeer je mijn zonlicht."

Arm

Toch beseft Shahidul Alam dat de situatie in Bangladesh verre van zonnig is; Bangladesh ís arm. Het land is slechts 3,5 keer zo groot als Nederland, maar er wonen 164 miljoen mensen. Zij verdienen per hoofd van de bevolking niet meer dan 540 euro per jaar; daarmee staat Bangladesh op de 188ste plaats op de wereldranglijst (Nederland staat met 38.237 euro op de 15de plaats). De gemiddelde economische groei van ruim 5 procent per jaar komt volgens Alam nog steeds vooral bij de toplaag van de bevolking terecht.

"Bangladesh is een kruitvat", zegt hij. "Het kan exploderen en dat wil natuurlijk niemand". Vandaar zijn voortdurende strijd tegen de ongelijkheid, een strijd die hij ook in zijn eigen familie voerde. Hij laat een foto zien die hij nam toen hij in 1984 vanuit Groot-Brittannië naar zijn ouderlijk huis terugkeerde. Op de foto kijkt een jongen vanuit een donkere kamer naar de televisie in de verlichte kamer ernaast. De jongen is de inwonende hulp van zijn ouders. Hij mocht van Alam's ouders niet in dezelfde kamer tv kijken. Alam drukte de foto af, en confronteerde zijn ouders ermee. Vanaf dat moment mocht de hulp in de woonkamer tv kijken.

De strijd voor een gelijkere wereld kan op elk niveau worden gevoerd, voegt Alam toe. Voor hem geeft de anekdote ook precies aan waarom hij na zijn studie scheikunde in Groot-Brittannie verknocht raakte aan de fotografie: het is voor Alam het ideale middel om zijn boodschap te vertellen. "Het maakt niet uit welke taal je spreekt. Het beeld doet zijn werk. En als je een foto eenmaal hebt gezien, kan je hem niet meer uitwissen. Het beeld zit voor altijd in je geheugen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl