Grote daling aantal teruggeroepen auto's

Door verslaggever Louis Dekker

Een jaar na het schier eindeloze terugroepleed bij Toyota lijkt de rust teruggekeerd in de autobranche. In ons land werden vorig jaar slechts 197.791 auto's teruggeroepen naar de garage. Slechts, want vergeleken met 2010 is het een daling van 43,8 procent.

Die spectaculaire daling roept vragen op, maar een verklaring is niet eenvoudig te vinden. Al was het maar omdat autofabrikanten nog steeds zeer voorzichtig zijn met het doen van uitspraken over modellen waar iets mee aan de hand was. Aan terugroepacties maken ze liefst zo weinig mogelijk woorden vuil. De NOS beschikt over de officiële terugroepcijfers van de RDW. Die cijfers over 'auto's en lichte bedrijfswagens' geven per definitie een incompleet beeld, want het betreft auto's waar vanwege potentiële gevaren voor de verkeersveiligheid een ingreep noodzakelijk was.

Gegevens

De eigenaar krijgt een brief op de deurmat met een dringende uitnodiging voor een bezoek aan de werkplaats. Automerken krijgen die naam- en adresgegevens niet cadeau: ze moeten duidelijk bij de RDW aangeven wat er aan de hand is. Zo ontstaat vanzelf een overzicht van de fabrikanten die dit jaar een recall (de officiële term voor een terugroepactie die veiligheidsgerelateerd is) hebben uitgevoerd.

Naast deze recalls worden ook regelmatig minder ingrijpende service-calls uitgevoerd. Dat gebeurt doorgaans tijdens periodieke onderhoudsbeurten en de klant merkt er dan weinig tot niets van.

Hype

Sinds de rampspoed die Toyota in 2010 trof, is terugroepactie een beladen term. De Japanse autofabrikant rolde in dat jaar van terugroepactie naar terugroepactie en zag het zorgvuldig opgebouwde superbetrouwbare imago in een mum van tijd verschrompelen.

Media schreven in 2010 pagina's vol over het fenomeen. Terugroepacties werden een hype: ongeleide projectielen die via internet en sociale media in recordtempo de goede naam van een merk om zeep kunnen helpen. Het verklaart waarom vertegenwoordigers van automerken hun woorden op een weegschaal leggen en in een aantal gevallen zelfs weigeren commentaar te geven.

Kwaliteit

De ellende die Toyota in 2010 trof, is vorig jaar niet teruggekeerd. De Japanners zagen zich weliswaar genoodzaakt tot een aantal recalls, maar die waren van een hele andere orde dan het jaar ervoor. Dat verklaart deels de daling die te zien is in de RDW-cijfers. Daarnaast is het plausibel dat autofabrikanten naar aanleiding van de Toyota-affaire extra voorzichtig zijn geweest. Voorkomen is immers beter dan genezen en niets is erger dan een incident op veiligheidsgebied met alle juridische consequenties van dien.

Analist van de autoindustrie Wim Oude Weernink wijst nog op een andere verklaring voor de daling. Hij is ervan overtuigd dat autofabrikanten hun toeleveranciers op scherp hebben gezet. "Een auto wordt meestal teruggeroepen vanwege mogelijke problemen met een onderdeel dat vaak niet eens door de fabrikant gemaakt is. Een bepaald onderdeel zit nooit in één auto maar in een hele reeks en zelf bij verschillende merken. Ik denk dat de leveranciers duidelijk is gemaakt dat het zo niet door kon gaan. Er moest beter op de kwaliteit worden gelet."

Top-3

Als we kijken naar het aantal terugroepacties in Nederland valt op dat Toyota weer een onopvallende middenmoter is geworden. Ronduit spectaculair zijn de cijfers bij Citroën. Het Franse merk scoorde 36 terugroepacties en domineert daarmee de 'hitlijst' van 2011.

Ford op plaats 2 en Volvo op 3 komen niet eens in de buurt. Naar het hoe en waarom is het helaas gissen, want Citroën is niet scheutig met commentaar. "We doen altijd zo goed mogelijk ons best om alles zo adequaat mogelijk op te pakken en afgelopen jaar hebben zich geen echte excessen voorgedaan", zegt een woordvoerder van Citroën.