2011: 'Brand Moerdijk is een lesje geweest'
Ad Vermeulen kan zich er nog over opwinden. Op de middag van 5 januari zag hij grote rookwolken boven zijn dorp uitstijgen, met daaronder een enorme vuurzee. Maar officieel kreeg hij, ook al was hij voorzitter van de dorpsraad in Moerdijk, niets te horen over de brand bij Chemie-Pack. "Pas om 18.00 uur kwam er een telefoontje. Dat was wel heel erg laat. Er was geen informatie, het was totale chaos."
"Je gaat ervan uit dat de overheid over je waakt, maar dat bleek hier niet waar te zijn. Je weet dat er risico's zijn, maar we dachten dat het beheersbaar was. De rampenbestrijding bleek echter helemaal niet op orde te zijn bij de overheid."
In eerste instantie leek de brand voor Moerdijk zelf mee te vallen: de wind stond gunstig. Toch koos Vermeulen ervoor 's nachts niet thuis te slapen. "Van mij had het niet gehoeven, maar mijn vrouw zag het niet zitten. 's Avonds gingen ze het afdekken met schuim en dan verspreidt de rook zich laag bij de grond. Toen zijn we maar naar mijn zoon in Zevenhuizen gegaan om te slapen."
Nijd
Terugkijkend denkt hij dat het al mis ging toen de eerste brandweerwagens arriveerden. De brandweerlieden van verschillende korpsen konden nauwelijks samenwerken. "Er zat onderlinge nijd bij. De een wilde bij wijze van spreken nog geen slang uitrollen voor de ander. Ook de crashtenders van Defensie werden niet voldoende gevoed. Nee, het was niet goed georganiseerd."
Bij de brandbestrijding zelf werden eveneens fouten gemaakt, concludeert oud-brandweerman Vermeulen. Er werd te veel water gebruikt, waardoor de giftige stoffen zich juist verspreidden en mengden.
"Kijk, je kunt niet helemaal zonder water blussen, maar hier is massaal water opgezet. Dat is een van de grootste fouten geweest. Als ze het gewoon hadden laten doorbranden en de belendende percelen hadden gekoeld, had je een ander effect gehad. Ze hebben het niet doordacht en niet doorzien wat er aan de hand was."
Overgereageerd
Nu, bijna een jaar en enkele rapporten verder, hoopt Vermeulen dat de juiste lessen getrokken worden uit de brand. "De ambtelijke molens draaien zo langzaam. Een jaar later zijn er eigenlijk nog geen besluiten genomen", verzucht hij. "Nu stationeren ze een schuimbluswagen. Op zich prachtig, maar als je organisatie niet deugt, heb je er niets aan. Wat heb ik aan een hamer als ik niet weet hoe ik moet timmeren?"
De manier waarop in oktober werd gereageerd op een kleine brand bij een ander bedrijf in het dorp, stemt Vermeulen evenmin hoopvol. "Er werd gelijk opgeschaald. Twintig, dertig wagens werden eropaf gestuurd. Ze denken: 'oh, het is bij een chemisch bedrijf, dus we sturen jan en alleman', maar zo werkt het niet. Dan loop je elkaar voor de voeten. Je gaat toch niet als een gek iedereen op pad sturen?"
De echte lakmoesproef voor de overheid vindt Vermeulen de plannen om nog meer zware industrie in het gebied te plaatsen. "We hebben hier al zo veel BRZO-bedrijven, de zwaarste categorie. En dan willen ze nog eens 10 hectare aan dat soort bedrijven laten vestigen. Daar zitten we niet op te wachten."
Oogsten
"Het lijkt alsof de plaatselijke overheid niet wil leren. Brabant wil die bedrijven, omdat de provincie een speerpunt heeft gemaakt van de economie, maar wij zeggen: hebben we niet even genoeg? Moet je dat nog willen in zo'n dichtbevolkt gebied? De Maasvlakte is eigenlijk geschikter."
Als de gemeente het bestemmingsplan niet aanpast, is de dorpsraad bereid naar de Raad van State te stappen. Liever nog ziet Vermeulen dat de lagere overheden helemaal niet meer beslissen over dit soort industrie.
"De chemie is zo'n apart hoofdstuk, daar heb je een specialist voor nodig. De kennis is niet aanwezig bij gemeente en provincie. Daarom willen wij dat alle BRZO-bedrijven onder een apart platform gaan vallen. Nu is de tijd om te oogsten", ziet Vermeulen in. "Het is een goed lesje geweest. Ik hoop dat ze niet weer inslapen."