2011: Van wederopbouw geen sprake in Japan
Door verslaggever Kjeld Duits in Japan
De Japanse stad Rikuzentakata, vrijwel geheel weggevaagd door de tsunami van 11 maart, is nu een verlaten vlakte. Een strakke en koude zeewind waait dwars door de geraamtes van een tiental betonnen gebouwen. Dat hier negen maanden geleden een stad met 23.000 inwoners stond, valt enkel nog te zien aan het strakke netwerk van geasfalteerde wegen.
De stad is angstaanjagend stil. Er rijden geen auto's, lopen geen mensen, spelen geen kinderen. Er is zelfs geen hond of kat te zien. Af en toe brengt de wind flarden motorisch geluid van bulldozers die enorme bergen maken van het verwijderde puin.
Het zal waarschijnlijk jaren duren voordat die bergen geruimd kunnen worden. Met zo'n 700 kilometer kust weggevaagd door de tsunami - soms 10 kilometer diep het land in - heeft Japan de capaciteit niet om al het puin te verwerken.
'Eindelijk privacy'
De overlevenden die ik maandenlang interviewde in overvolle evacuatiecentra wonen nu in kleine noodwoningen. "Het is heel erg klein, maar we hebben eindelijk weer privacy", vertelt Mika Terasaki. Zij en haar echtgenoot ontvluchtten de tsunami ternauwernood in hun auto. "Het botste af en toe tegen onze achterbumper aan", herinnert Mika's echtgenoot Toshiki.
Hoewel er een exodus gaande is uit het rampgebied, en zij beiden maandenlang te bang waren om dicht bij de zee te komen, besloten ze toch in hun verwoeste woonplaats te blijven. "Onze zoon heeft zijn vrienden hier", legt Mika uit. Maar werk is er niet, alle bedrijven zijn immers verwoest, en hun uitkeringen lopen deze maand af. Hoe ze verder moeten, weten ze niet.
Vicieuze cirkel
Voorlopig is er weinig kans op werk. Zakenmensen willen graag weer beginnen, maar hebben geen fondsen. De Japanse overheid biedt het zakenleven weliswaar financiële hulp voor wederopbouw, maar enkel nadat het gebouw waarvoor het geld gegeven wordt er staat. Weinig banken zijn happig om nieuwe leningen uit te schrijven aan bedrijven die hun huidige leningen niet meer kunnen afbetalen, omdat er geen bedrijf meer is.
Het is een vicieuze cirkel. Je kunt geld krijgen van de overheid als je bedrijf door de tsunami verwoest is. Maar om het te krijgen, moet je eerst geld lenen. Lenen is echter niet mogelijk, want je hebt geen bedrijf meer.
Uitvaartverzorger
Toch geven de meesten niet op. In de bergen rond Rikuzentakata zijn dertig tot veertig ondernemers weer begonnen in eenvoudige noodgebouwen. Er staat een supermarkt, een bank, een postkantoor, zelfs een uitvaartverzorger.
"Zo'n 65 procent van onze leden willen hun bedrijf weer opbouwen", zegt Tsutomu Nakai, de voorzitter van de plaatselijke Kamer van Koophandel. Wel is hij bang dat door de langzame reactie van de centrale overheid en de strenge eisen voor financiële hulp velen hoop gaan verliezen.
Weinig hoop
In ieder geval hebben ze in Rikuzentakata nog hoop om te verliezen. Voor de 80.000 mensen die het gebied rond de kerncentrale in Fukushima moesten verlaten, is er weinig hoop.
Het is diep ironisch. Het hebben en houden van de mensen staat er nog, maar ze kunnen er geen gebruik van maken. Volgens experts kan het tientallen jaren duren voordat inwoners in een straal van twintig kilometer rond de centrale weer terug kunnen.
Uit elkaar getrokken
Toen ik in juni vier dagen lang door het gebied reed, sprak ik onder anderen met veehoudster Emiko Takahashi. De Takahashi's moesten hun kleine boerderij, die al generaties lang in de familie was, sluiten. Zo'n twee weken na de tsunami verhuisden ze van hun mooie boerderij in de bergen naar een klein appartement in de stad Fukushima.
"Het moeilijkste is dat ons gezin uit elkaar is getrokken", vertelde ze me. Eén van haar dochters was naar Tokio gevlucht, ver weg van de straling. "Voorheen zag ik mijn kleinkinderen elke dag", vertelde ze met tranen in de ogen. "Nu zie ik ze bijna nooit meer."
In de zes maanden sinds ik haar sprak, is er niets veranderd in haar verlaten woonplaats. Voor de Takahashi's, de Terasaki's en honderdduizenden andere slachtoffers van de Japanse ramp brengt 2012 weinig hoop. Enkel meer onzekerheid.