NOS NieuwsAangepast

Sócrates, dokter van het voetbal

door buitenlandredacteur Marc Bessems

Sócrates heeft nooit moeite gedaan om een legende te worden. Hij hield niet van trainen, was er zelfs principieel op tegen om te veel te oefenen.

De zwaar behaarde Braziliaan was een begenadigd gitarist en een zware drinker, ging graag op stap en rookte als een ketter. Toch werd hij in 1983 verkozen tot beste voetballer van Zuid-Amerika en plaatste de FIFA hem op de lijst van de 125 grootste spelers ooit.

Voetbal was voor de jonge Sócrates niet het enige in zijn leven. Tijdens de eerste jaren van zijn professionele carrière als voetballer, rondde hij ook een studie medicijnen af aan de universiteit van zijn geboortestad Ribeirão Preto.

Hakballetjes

Pas nadat hij was afgestudeerd besloot de 1.93 meter lange Braziliaan zijn voetbalcarrière voorrang te geven. Hij kwam terecht bij een van de grootste clubs van Brazilië, Corinthians. Op het middenveld verdiende hij er zijn bijnaam, O Doutor, de dokter.

Sócrates kwam het grootste deel van zijn carrière uit voor de club uit São Paulo. Van 1978 tot 1984 speelde hij in zeker 297 wedstrijden in het zwart-wit en maakte 172 goals voor Corinthians.

De middenvelder viel op door zijn intelligentie, zijn briljante passjes en zijn fameuze hakballetjes. De grote Pelé zei ooit over Sócrates: "Hij speelt nog beter achteruit dan vooruit". Sócrates viel op, en niet alleen op het veld...

Politiek

Als generaal van het middenveld begon Sócrates een strijd tegen de strenge regels in het Braziliaanse voetbal. Zijn protestbeweging Corinthians Democratie groeide uit tot een breed gedragen aanklacht tegen de militairen die Brazilië sinds 1964 regeerden.

Het elftal van Corinthians droeg shirts met reclame voor democratie en tegen de junta. Sócrates sympathiseerde openlijk met de Arbeiderspartij van Lula, een vakbondsleider die jaren later president van Brazilië zou worden.

Nationaal Elftal

In die politieke turbulente tijden debuteerde Sócrates in 1979, op de relatief late leeftijd van 25 jaar in het Braziliaanse elftal. Op het Wereldkampioenschap van 1982, in Spanje, blonk de dokter uit.

Het Brazilië van 1982 was het beste elftal van het toernooi en Sócrates was aanvoerder. Samen met Zico, Cerezo en Falcão stal Brazilië de show, al werden de 'Goddelijke Kanaries' al in de tweede ronde uitgeschakeld door Italië (3-2).

Het volgende WK, in Mexico in 1986 was Sócrates er weer bij, maar ditmaal niet als aanvoerder. In de strafschoppenserie van de kwartfinale miste Sócrates een belangrijke penalty, tegen het Frankrijk van Platini. Opnieuw werd Brazilië geen wereldkampioen. Sócrates heeft de wereldbeker nooit zelf kunnen winnen, maar jaren later lukte het zijn jongere broer Raí wel. Die speelde in het Braziliaanse elftal dat in 1994 in de Verenigde Staten wereldkampioen werd.

Commentator

De hele wereld probeerde Sócrates binnen te halen, de Italiaanse club Fiorentina lukte het in 1984. Maar de kou en het harde trainen vielen Sócrates zwaar. Hij hield het ongeveer één seizoen vol en keerde terug naar Brazilië. Daar doofde zijn carrière als voetballer langzaam uit.

Een leven als bohemien, met te veel drank en sigaretten, maar ook de constante afwezigheid van vrouw en kinderen (hij kreeg er zes) braken hem op. Even maakte de voetballegende een uitstapje als technisch directeur van het bescheiden clubje Associação Atlética Cabofriense. En de dokter praktiseerde als sportarts.

Sócrates nam nooit echt afscheid van het voetbal. Als televisiecommentator en journalist (hij werkte aan een fictieboek over het komende WK in Brazilië, in 2014) werd Sócrates misschien wel net zo beroemd als in het veld. "Spelers nemen nooit afscheid van het voetbal", zei hij ooit. "Het voetbal verlaat de speler".

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl