Eurolanden vragen IMF om hulp

De eurolanden vragen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) om steun voor lidstaten in geldnood. Dat hebben de zeventien ministers van Financiën in Brussel afgesproken.

Het verzoek is een gevolg van het voornemen om duizend miljard euro in het noodfonds EFSF te krijgen, vier keer zo veel als nu. Van deze uitbreiding is tot nu toe niets terechtgekomen, omdat geldschieters niet staan te trappelen.

Daardoor kan het EFSF nog niet als vangnet functioneren als ook landen als Italië en Spanje er een beroep op zouden doen.

Garanties

Door het IMF erbij te betrekken, moet het voor landen als China en Brazilië aantrekkelijker worden om te helpen. Deze landen met een groot overschot hebben zo een goede bestemming voor hun geld. Niet alleen overheden, ook private investeerders kunnen zo eerder over de streep worden getrokken, menen de euro-ministers.

De ministers hebben ook afspraken gemaakt over de zogenoemde hefboomconstructie, de garanties die de eurolanden geven om investeerders te bewegen geld in het EFSF te storten.

Griekenland

De ministers zijn ook akkoord gegaan met het geven van de al eerder afgesproken noodlening van acht miljard euro aan Griekenland. Over die zesde tranche van het eerste noodpakket was eerder onenigheid, omdat niet duidelijk was of Griekenland aan alle voorwaarden zou voldoen.