De grote finale voor de euro?
Door verslaggever economie Eva Wiessing
Er zijn economen, en echt niet meer alleen de doemdenkers als Nouriel Roubini en Willem Buiter, die er heel resoluut over zijn: de euro kan binnen een week of tien dagen verleden tijd zijn.
Het lot van de euro ligt in handen van Duitsland en Frankrijk. Alleen als die twee over hun schaduw heen durven te springen, is een catastrofe nog af te wenden. En dan moeten ze heel snel zijn ook. Komen de ministers van Financiën van de eurozone vanavond en morgen niet met iets heel zinnigs, dan moeten de regeringsleiders dat op de eurotop volgende week doen, zo is de boodschap. Anders gaat Europa, en daarmee de hele wereldeconomie, ten onder.
Wurggreep
Als je alleen afgaat op wat er gebeurt op de financiële markten, met als meest opvallende barometer de stijgende rentes op staatsobligaties, dan is er geen acuut gevaar. Het is alsof de markten de hele eurozone in een wurggreep houden die steeds strakker wordt. Het slachtoffer zit in een uiterst penibele situatie, maar kan nog altijd ademhalen.
Italië blijft de grootste zorg in Europa. Als dat land z'n schuld van 1900 miljard euro niet meer kan aflossen, komen talloze banken overal in Europa zwaar in de problemen. Er zullen banken failliet gaan in landen waar de overheid geen geld heeft om die banken te redden. Het Europese noodfonds EFSF kan weinig uitrichten, omdat het nog altijd veel te weinig geld in kas heeft.
Besmetting
Beleggers zijn nerveus over deze risico's en verkopen hun staatspapier ver onder de oorspronkelijke prijs. Daarmee is de effectieve rente op Italiaanse staatsobligaties tot boven de 7 procent opgelopen. Iedereen weet dat de Italiaanse staatsschuld met zo'n hoge rente op den duur onbetaalbaar wordt en dat een faillissement van Italië de hele eurozone zal meesleuren.
Vandaar dat de rente op 'sterk' staatspapier uit Duitsland en Nederland ook oploopt. De 'besmetting' van de schuldencrisis is al begonnen.
Maar Italië kan het nog best even uitzingen, want die obligaties lopen gemiddeld zo'n zeven jaar. Elke maand verlopen er obligaties en moet het land dus voor een klein plukje van de totale schuld nieuwe obligaties uitschrijven. Zo haalde het land vandaag 7,5 miljard euro op tegen de extreem hoge rente van 7,9 procent (voor een driejarige lening), maar gemiddeld betaalt het land nog altijd 4,2 procent voor die totale schuld.
Hoe langer de crisis duurt, hoe hoger de gemiddelde rente voor Italië natuurlijk wordt, maar zelfs de 28 miljard die het land in december en januari moet lenen, brengt de Italianen niet acuut in de betalingsproblemen.
Eindspel ingezet
Toch hebben de Europese politici geen tijd meer te verliezen. Het gevaar zit hem niet in die gestaag groeiende rentes. Het gevaar zit hem in de onverwachte gebeurtenissen. Zo zou het ineens snel kunnen gaan als kredietbeoordelaar Moody's Frankrijk z'n gekoesterde AAA-status afneemt.
De geruchten dat zo'n afwaardering eraan komt, blijven hardnekkig. Frankrijk is de tweede economie van Europa en daarmee één van de grootste geldschieters in de eurocrisis. Geen wonder dat steeds meer economen waarschuwen dat het eindspel voor het redden van de euro nu echt is ingezet. Alle ogen zijn, opnieuw, gericht op Brussel.