Strippenkaart is geschiedenis
Na 31 jaar kan de strippenkaart niet meer gebruikt worden in het openbaar vervoer. Vanaf vandaag moet overal de ov-chipkaart gebruikt worden.
De ov-chipkaart werd vanaf 2009 geleidelijk ingevoerd. De provincies Noord-Brabant, Utrecht, Groningen en Drenthe waren de laatsten waar de strippenkaart nog kon worden gebruikt, maar ook zij zijn vanaf nu over.
In de bus, tram en metro is de ov-kaart daarmee onmisbaar geworden. In de trein kan nog wel met strippen gereisd worden, tot begin volgend jaar.
Versplinterd
De strippenkaart werd in 1980 ingevoerd in Nederland. Voor die tijd was de kaartverkoop versplinterd over alle verschillende vervoersbedrijven.
Jaarlijks werden er zo'n 100 miljoen van verkocht. De prijs steeg in de loop der jaren van 5 gulden (2,20 euro) naar 7,70 euro.
Opletten
Directeur Roodvoets van Vervoersbewijzen Nederland, het bedrijf achter de strippenkaart, denkt dat de overgang even wennen zal zijn. Aan een ov-chipkaart kun je immers niet meteen zien hoeveel er nog op staat.
"Bij de strippenkaart wist je waar je aantoe was, wanneer je een nieuwe moest kopen", zegt hij. "Met de ov-kaart moet je zelf in de gaten houden of het saldo toereikend is."
Toch ziet hij ook grote voordelen: "Wat tarieven betreft, is de ov-chipkaart een stuk flexibeler. Nu kan iedere regio zijn eigen kilometerprijs bepalen, de prijs van de strippenkaart werd van bovenaf vastgesteld."
Rouw
De strippenkaart zal vanmorgen symbolisch ten grave worden gedragen door Rover. Met de rouwplechtigheid bij het kantoor achter de ov-chipkaart wil de reizigersorganisatie duidelijk maken dat er nog altijd zorgen bestaan over het systeem. Zo zou de kaart nog altijd fraudegevoelig zijn.
Het bedrijf van Roodvoets, VBN, zal per 1 januari ophouden te bestaan.