NOS NieuwsAangepast

Arabische lente brengt meer sharia

De Arabische lente lijkt vooral islamitische groeperingen aan de macht te brengen, precies wat de verdreven dictators altijd wilden voorkomen. In Tunesië heeft de gematigde islamitische partij Ennahda de verkiezingen gewonnen. In Egypte wordt volgende maand een grote overwinning voor de Moslimbroederschap voorspeld. En in Libië wordt de sharia ingevoerd, zei de leider van de Overgangsraad dit weekeinde.

Toch hoeft het Westen zich geen zorgen te maken, bezweren de nieuwe Arabische leiders. Ze willen geen strenge vorm van sharia invoeren, maar juist een gematigde islam.

Het is nog lang niet duidelijk welke rol de sharia, het islamitische recht, zal gaan spelen in Tunesië, Libië en Egypte. Wereldwijd zijn er zo'n vijftig landen waar de sharia op een of andere manier wordt toegepast. Tussen die landen bestaan grote verschillen. Van het strenge Saoedie-Arabië en Iran, waar de shariawetgeving de enige wetgeving is, tot bijvoorbeeld kleine shariarechtbanken in Kenia, waar alleen familiekwesties van de moslimminderheid worden berecht.

Geen wetboeken

De sharia kent geen vaststaande wetboeken. Rechters moeten zich baseren op eerdere vonnissen en juridische uitspraken van islamitische rechtsgeleerden, vandaar de sterk uiteenlopende versies van sharia.

In feite zijn het vooral voorschriften voor moslims hoe ze zich in het dagelijks leven moeten gedragen. Uiteindelijk geeft God zijn oordeel over het handelen van elk individu, maar de sharia kent ook sancties om het juiste handelen af te dwingen.

Stokslagen

Sharia-rechtbanken behandelen officieel maar enkele rechtsgebieden, vooral op het gebied van familierecht, zedelijkheid en diefstal. In de Koran staan vijf verboden: op overspel, valse beschuldiging van overspel, het drinken van alcohol, diefstal en op het plegen van overvallen. Officieel staan er lijfstraffen op: stokslagen, steniging, amputatie of in het ergste geval de doodstraf. In de praktijk passen de meeste moslimlanden deze zware lijfstraffen niet toe, maar volstaan ze met mildere straffen.

Veel moslimlanden kennen naast de sharia-rechtbanken ook seculiere rechtbanken, waar de rechtsregels van de overheid gelden. Dat geldt onder meer voor gematigde moslimlanden als Indonesië, Bangladesh en Mali. Het staatsrecht en strafrecht bestaan er los van de sharia. In de 'strengere' landen als Afghanistan en Pakistan is de sharia de voornaamste bron van wetgeving.

Strakke broek

Toch is er de laatste tijd een trend dat de sharia 'oprukt' in de wereld. In delen van Indonesië, zoals Atjeh, heeft dat onder meer tot gevolg dat mensen, vooral vrouwen, zich ineens aan kledingvoorschriften moeten houden, zoals een verbod op strakke broeken of onbedekt haar.

Dit soort islamitische gebruiken, zoals het dragen van sluiers, is wereldwijd een voortdurende bron van discussie. Zo had de Libische leider Kadhafi het verboden dat mannen meerdere vrouwen mogen trouwen, maar tot schrik van het Westen zei de Overgangsregering dit weekend dat ze polygamie weer gaat toestaan.

Democratie?

Analisten waarschuwen dat de nieuwe Arabische leiders zich nu liberaal en gematigd voordoen, maar dat straks wel degelijk de zogeheten 'baarden', de strenge islamisten, het voor het zeggen krijgen.

Toch lijkt een ding zeker: shariawetgeving en democratie zijn geen onverenigbare begrippen, zoals sommige westerse critici zeggen. Juist in landen als Tunesië, Egypte en Libië, waar de bevolking decennialang heeft geleden onder corruptie en wanbestuur, komen via de stembus de islamitische partijen aan de macht. De bevolking kiest voor hen in de hoop dat ze het beter gaan doen dan Ben Ali, Mubarak en Kadhafi. En daar hoort de sharia-wetgeving bij, om politici en burgers op het rechte pad te houden.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl