NOS NieuwsAangepast

De journalistieke race naar Ground Zero

Door verslaggever Hans Jaap Melissen

Kosovo. Daar was ik op 11 september 2001. In het oerlelijke Grand Hotel van Pristina om precies te zijn. Daar hadden ze nog nooit een gast gehad die zo snel uitcheckte.

Ik werd vanaf de melding van het tweede toestel alleen maar beziggehouden door de vraag: hoe kom ik zo snel mogelijk in New York? Een begin van een antwoord was: keihard terugrijden naar Macedonië. Daar had ik de zomer doorgebracht tot onze eigen Max van der Stoel een einde had gemaakt aan een burgeroorlog in de dop.

Ik scheurde terug naar Skopje, terwijl ik aan de telefoon met het omroepreisbureau mijn mogelijkheden besprak. De reisdames hielden mij tegelijkertijd op de hoogte van het nieuws. Ook het Pentagon geraakt. Torens nu allebei ingestort. Ik geloofde dat pas echt toen ik 's avonds als een van de laatste inwoners van de westerse wereld de beelden zag.

Vlucht

De volgende ochtend nam ik een vlucht naar Zurich, maar vanaf daar de oceaan oversteken, lukte ineens niet meer. Het luchtruim boven de VS was gesloten. Een vlucht uit Nederland twee dagen later naar Philadelphia was vervolgens het best haalbare.

Eenmaal geland stap ik weer een auto, nu om dwars door de staat New Jersey te rijden naar New York. En toen die donkere skyline, waar felle lampen een grijze stofkolom beschenen.

Vermomming

De randen van de journalistieke ethiek wist ik op te zoeken door vermomd als reddingswerker met een groepje echte hulpverleners naar Ground Zero te wandelen. We werden aangemoedigd door gewone New Yorkers. Water werd uitgedeeld.

Het groepje ging naar een verzamelplek om gereedschap op te pikken. Ik besloot in mijn eentje rechtdoor te blijven lopen. Elke politiecontrole passeerde ik moeiteloos. De stofwolk naderde.

Politieman

"Sir, come back please." De agent die ik zojuist was gepasseerd met een hoofdknik, riep mij terug. Doorlopen, dacht ik, niet omkijken. De agent riep opnieuw. Zijn vriendelijke toon viel op. De toon van een man die om een gunst leek te vragen. Nieuwsgierig liep ik terug.

De agent pakte mijn hand. Ik vreesde zijn handboeien. Maar de dodelijk vermoeide man keek mij met tranen in zijn ogen aan en zei: "Man, je doet echt hartstikke goed werk". Ik was even stil en dacht aan zijn collega's, zijn vrienden wellicht, die een paar honderd meter verder hun einde hadden gevonden. "Jij ook", mompelde ik. Hij knikte en ik liep verder. Met bezwaard gemoed, maar in een vermomming die blijkbaar werkte.

Verslag

Op Ground Zero bleef ik aan de rand staan kijken naar de enorme puinhoop met daarop en naast honderden hulpverleners. Die dat net als ik eigenlijk ook niet waren: er viel hier niets meer te redden.

Er viel wel verslag te doen. Ik pakte mijn telefoon en belde de NOS en de Wereldomroep en kon live de uitzending in. Daarna liep ik stofwolk weer uit. Dat lukte gelukkig zonder dat de bedroefde politieagent het zag.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl