'Ik hou niet van het aanvragen van subsidie'

U kent ze wel: die lege fabriekshallen, afgedankte pakhuizen. Ze zien er vaak niet uit. Om verdere verloedering van de wijk te voorkomen, worden ze soms omgedoopt tot zogenoemde broedplaatsen; plekken waar kunstenaars en jonge ondernemers hun creativiteit de vrije loop kunnen laten. Deel 4 van een serie over de economische betekenis van broedplaatsen.

Door economieverslaggever Jeroen Schutijser Via het internet mensen vinden die geld willen investeren in jouw idee: dat is crowdfunding. Broedplaats Vechtclub heeft 65.000 euro nodig om deze creatieve plek voor kunstenaars en kleine ondernemers verder uit te breiden.

Vechtclub zit vol met pakweg 15 ontwerpers en kunstenaars. Er komen steeds meer aanvragen binnen voor het huren van goedkope bedrijfsruimte. "Daarom willen we een Vechtclub XL opzetten," zegt Boudewijn Rijff, oprichter van de Vechtclub en zakelijk directeur van Vechtclub XL.

Banken

Maar geld inzamelen, zeker in deze crisistijd, is geen eenvoudige zaak. Een van de mogelijkheden, subsidie, wil Rijff niet aan. "Ik hou niet van subsidie aanvragen. Als je al geld krijgt, moet je aan allerlei plannen voldoen en daar moet je je ook aan houden."

Rijff: "Dat gaat ten koste van je spontaniteit. Wij bedenken niet alles van tevoren. Als je plannen vaststaan, ben je niet flexibel. Dat zou ik erg jammer vinden."

Maar ja, wat dan? Banken doen moeilijk en met het crowdfunden gaat het ook nog niet volledig naar wens. "Het resultaat valt me wel tegen ja. Je ziet dat de grote bedragen toch vooral komen van ouders en familie. Mensen die dicht bij ons staan. Echt vreemden zijn moeilijk over te halen te investeren in dit soort creatieve plannen."

Opdrachten

Vechtclub XL heeft nog twee weken om al het geld binnen te harken. "Als het niet lukt? Dan krijgen mensen die wel hebben gestort hun geld terug en zullen we andere wegen moeten zoeken." In de Vechtclub, gevestigd naast winkelcentrum Overvecht in Utrecht, bevinden zich kantoorruimtes, een theaterzaal, diverse ontwerpstudio's en een hout- en metaalwerkplaats. "Dit was in het begin dus helemaal leeg, één grote hal," zegt Rijff. "Zelf hebben we de wanden aangebracht, ramen, vloeren. Allemaal met oud materiaal dat we vooral in deze wijk Overvecht hebben gevonden. Bijvoorbeeld de vloer in ons theater, die vonden we hier even verderop in de vuilcontainer. Die vloer was van een squashcentrum en had lichte waterschade. Het is een kapitale vloer: beuken hardhout."

En niet onbelangrijk: broedplaats Vechtclub is nu succesvol en rendabel. "Er zijn mensen gevestigd die qua werk dicht bij elkaar zitten maar toch net andere disciplines hebben. Ze lopen bij elkaar binnen om te vragen of ze elkaar kunnen helpen of opdrachten geven. En dat werkt hartstikke goed."