Conrad Schumann: sprong naar de vrijheid
Conrad Schumann was 19 toen hij zich meldde als grenssoldaat bij de NVA, het Oost-Duitse leger. Twee dagen na het begin van de bouw van de Berlijnse Muur vluchtte hij, springend over het prikkeldraad. Een fotograaf aan de andere kant van de grens legde zijn sprong vast. De foto werd een van de bekendste beelden van de bouw van de Muur.
De maker van de foto is Peter Leibing, een 20-jarige fotograaf die op de middag van 15 augustus 1961 foto's maakt in de Bernauer Strasse. Daar is twee dagen eerder begonnen met de bouw van de Muur. Tot die klaar is, is de grens tussen Oost- en West-Berlijn niet meer dan een lage prikkeldraadversperring.
Vrijwilliger
Conrad Schumann was tot die dag een onopvallende, gewone jongen. Hij groeit op in Saksen en wordt op jonge leeftijd herder. In 1961 meldt hij zich als vrijwilliger bij de grenspolitie in Oost-Berlijn. Schumann wil weg uit de DDR.
Omdat hij aan de grens werkt, krijgt hij een zogenoemde Gefahrenzulage. Zijn salaris gaat omhoog van 340 naar 370 Ostmark. Dat moet hem motiveren om in de DDR te blijven.
Azen op een kans
Die 15de augustus is Conrad Schumann aan het werk in de Bernauer Strasse. Hij moet er de grens bewaken, zorgen dat niemand zomaar naar het Westen vlucht. Maar in plaats daarvan let hij goed op de patrouillerende wachten en aast op een kans om zelf te vluchten.
Hij aarzelde, zei een van de fotografen die het moment van zijn vlucht vastlegden later. "Steeds als de wachten hem de rug toekeerden, keek hij geconcentreerd naar het prikkeldraad. Toen wist ik: die wil weg."
Omdat meerdere fotografen en een cameraman Schumann zien aarzelen, houden ze voor de zekerheid hun camera's in de aanslag. Als de wachten zich even na 15.30 uur opnieuw omdraaien, gooit Schumann zijn sigaret weg. Hij trekt een sprintje en springt over het prikkeldraad. Tijdens zijn sprong laat hij zijn geweer vallen. Dan schiet fotograaf Peter Leibing zijn beroemde foto. Het beeld gaat de wereld over.
Politieauto
Zodra Schumann aan de andere kant van de grens is, verschuilt hij zich achter het openstaande portier van een politieauto. Die was vlak daarvoor door de oplettende journalisten naar de versperring gemanoeuvreerd.
Hij wordt meteen weggereden, krijgt een sigaret en een boterham met worst aangeboden. Hij is vrij. De Republikflucht is gelukt.
De maanden daarna zijn hectisch. Schumann woont in een opvangkamp in West-Berlijn, maar vrij voelt hij zich daar niet. De jonge grenssoldaat wordt nog jaren achtervolgd door de Oost-Duitse geheime dienst. "Niemand weet met hoeveel ze achter me aan hebben gezeten", vertelt hij later.
Angst
Eind 1961 ontvlucht Schumann de gedeelde stad en gaat hij naar Beieren. Hij krijgt werk bij autofabrikant Audi, sleutelt er jarenlang aan machines. Pas vijftien jaar later ziet hij voor het eerst zijn familie terug.
In 1991, als de Berlijnse Muur is gevallen, stuurt hij een brief naar een journalist. "Ik dacht: het is nu of nooit", schrijft hij. "Pas in de dagen na mijn vlucht werd ik me ervan bewust dat we in de DDR opgesloten zouden worden." Spijt heeft Schumann nooit gehad.
Toch heeft de angst voor zijn oude kameraden hem nooit losgelaten. Lang na het opdoeken van de DDR, in 1998, pleegt Conrad Schumann zelfmoord in de schuur achter zijn huis. Hij was toen 56 jaar.