NASA lanceert 'groene' sonde naar Jupiter
De nieuwe ruimtesonde Juno, met een Atlas V-raket, is vertrokken naar de planeet Jupiter. Dat is vaker gedaan, maar de planeetverkenner heeft toch een primeur. Voor het eerst is een ruimtevaartuig dat zo ver het zonnestelsel in gaat, uitgerust met zonnepanelen.
Satellieten rond de aarde en ruimtesondes die niet zo ver weg hoeven, bijvoorbeeld naar Venus of Mars, hebben al sinds de jaren zestig zonnepanelen voor hun stroomvoorziening. Voor reizen naar Jupiter volstonden zonnepanelen tot nu toe niet. Die buitenplaneet staat veel verder van de zon en op die afstand was het zonlicht te zwak om met zonnepanelen genoeg stroom op te wekken.
Nucleaire batterij
Ruimtesondes die ver moesten, kregen daarom tot nu toe altijd een 'radio-isotoop thermo-elektrische generator' mee, een soort nucleaire batterij vol radioactief plutonium. Actievoerders voerden soms fel protest tegen de lancering van die sondes. Vooral rond saturnusverkenner Cassini-Huygens ontstond in de jaren 90 een grote protestbeweging.
Juno werkt op zonne-energie, maar heeft daar wel drie zonnepanelen ter grootte van een vrachtwagen voor nodig. Voor NASA telt vooral het doel van de missie. Juno zal volgens plan in 2016 aankomen bij Jupiter. Wetenschappers hopen meer te weten te komen over de oorsprong van het zonnestelsel. Juno zal onder meer het magnetisch veld van Jupiter in kaart brengen en mogelijk een antwoord geven op de vraag of de gasreus een vaste kern heeft.