Val Muur voorkwam uitlevering SS'er

Syrië heeft in 1989 op het punt gestaan om de Duitse oorlogsmisdadiger Alois Brunner uit te leveren aan Oost-Duitsland, maar door de val van de Muur ging dat niet door. Dat schrijft het Oostenrijkse blad Profil op basis van documenten van de Oost-Duitse geheime dienst Stasi.

De val van de Muur maakte ook een eind aan de betrekkingen tussen de regimes in Damascus en Oost-Berlijn. De uitlevering van Brunner werd daarom afgeblazen en dus kwam het nooit tot een proces tegen hem.

Brunner is de belangrijkste misdadiger uit de Tweede Wereldoorlog die nog voortvluchtig is. Hij week in 1954 uit naar Syrië, waar hij in 2001 voor het laatst is gezien. Als hij nog leeft, is hij nu 99 jaar.

Geen spijt

Brunner wordt verantwoordelijk gehouden voor de deportatie van en de moord op meer dan 100.000 Joden uit Oostenrijk, Griekenland, Frankrijk en Slowakije. Hij was een vertrouweling van Adolf Eichmann, de organisator van de Holocaust.

Vanuit Syrië gaf Brunner in de jaren 80 enkele interviews, waaruit bleek dat hij geen spijt had van zijn daden.

Tegen het Duitse blad Bunte zei hij dat hij alleen spijt had dat hij niet meer Joden had vermoord. In een telefonisch interview met de Amerikaanse krant Chicago Sun Times zei hij dat de Joden het verdienden om te sterven, omdat ze afval waren.