Herdenking van 147 jaar Hindoestaanse Immigratie
NOS Nieuws

Erfgenamen Hindoestaanse contractarbeiders willen excuses

Nazaten van Surinaams-Hindoestaanse contractarbeiders eisen excuses van koning Willem-Alexander voor het Nederlandse aandeel in het koloniale verleden. Dat schrijven vier vertegenwoordigers van de gemeenschap in een brief aan de koning.

Na de afschaffing van de slavernij werden mensen door Nederland uit India naar Suriname gehaald om de plantage-economie draaiende te houden. Daar gingen ze onder beroerde omstandigheden als contractarbeiders werken. Ook Javanen en Chinezen werden naar Suriname gebracht.

"Het is hoog tijd voor een rechtvaardige erkenning en verontschuldiging jegens de Hindoestaanse nazaten," schrijven de auteurs in de brief namens de erfgenamen van Hindoestanen die in Suriname werkten. "Al meer dan 150 jaar wachten slachtoffers en hun erfgenamen op excuses."

Contractarbeid

In 1873 zette Nederland definitief een punt achter de slavernij. Om een tekort aan goedkope arbeidskrachten te voorkomen, sloot koning Willem III in 1872 een akkoord met de Britse regering om arbeiders uit India te halen. Dat gebeurde een jaar later voor het eerst en zou tot 1916 doorgaan. In totaal kwamen 34.000 Hindoestanen uit India naar Suriname. Ze sloten een contract voor vijf jaar en werden contractarbeiders en 'koelies' genoemd.

Eenmaal in Suriname kregen de contractarbeiders vaak zwaar werk te doen tegen een schamele beloning: 10 tot 15 cent per dag (naar moderne maatstaven hooguit een paar euro). Ze werkten lange dagen en werden gestraft als ze hun werk niet goed deden. De arbeiders kregen een contract van vijf jaar. Daarna konden ze terug naar huis. De meerderheid besloot te blijven.

Naar de buitenwereld werd de arbeid gepresenteerd als een normale werkrelatie, maar volgens de auteurs verbloemde dat een systeem van uitbuiting, marteling en zelfs moord. "Nederland heeft de hele wereld op een dwaalspoor gezet", staat in de brief. "De Hindoestaanse contractarbeiders werden behandeld als niets meer dan substituutslaven."

Radjinder Bhagwanbali, auteur van de brief, vertelt dat hij al sinds 1981 onderzoek doet naar de geschiedenis van zijn voorouders en het onrecht dat zij hebben doorstaan. Hij is daarop gepromoveerd. "Op grond daarvan zeg ik: de contractarbeid is ook slavernij. Contractarbeiders deden hetzelfde werk als tot slaaf gemaakten op plantages. De straffen waren identiek. Als de arbeiders geen prestaties leverden werden ze gemarteld, soms werden ze zelfs dertig keer met een zweep geslagen."

Ook was de keuze om naar Suriname te gaan volgens Bhagwanbali niet altijd vrijwillig. Zo schrijft hij in zijn dissertatie dat veel Hindoestanen verkeerde of misleidende informatie kregen over wat hen te wachten stond.

Slavernijexcuses

De excuses die de koning vorig jaar aanbood voor het slavernijverleden van Nederland gingen over de trans-Atlantische slavenhandel, maar niet over contractarbeid en de rest van de koloniale geschiedenis van Nederland.

"De roep om excuses voor de Hindoestaanse geschiedenis neemt toe", zegt Danny Soekarnsingh, adviseur inclusie en diversiteit bij de gemeente Amsterdam en expert in de koloniale geschiedenis. "Er is terecht veel aandacht voor het slavernijverleden vanuit de emancipatiebeweging van zwarte Nederlandse gemeenschappen, maar contractarbeid viel daar niet onder. Dat was een continuering van de slavernij, zoals ook de Javaanse en Chinese geschiedenis in Suriname."

Daardoor bleef een deel van de geschiedenis onderbelicht, vindt Soekarnsingh. "Terwijl ze elkaar juist versterken in de erkenning van Nederlands koloniaal onrecht." Dat onrecht zou volgens hem moeten leiden tot een "allesomvattend excuus".

Ruben Gowricharn, hoogleraar Hindoestaanse diasporastudies aan de Vrije Universiteit zegt dat er veel gebeurd is en veel "verzwegen" is in de geschiedenis van de contractarbeiders, maar dat het geen slavernij was. Hij wil de aantijgingen van de gemeenschap relativeren. "Vaak wordt vergeten dat in dezelfde periode de Nederlandse arbeiders en boeren soms in ergere omstandigheden verkeerden."

Auteur Radjinder Bhagwanbali zegt dat de excuses voor het slavernijverleden niet toereikend zijn voor de Hindoestaanse geschiedenis. "Je moet excuses aanbieden voor alle fouten tegen de menselijkheid. Je hebt de Afrikaanse mensen inderdaad dit leed aangedaan, maar één ding vergeet je: je hebt dit ook de Hindoestanen en Javanen aangedaan."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl