Besluit extra steun Grieken in juli

De ministers van Financiën van de zeventien eurolanden nemen begin volgende maand een besluit over een nieuwe noodlening voor Griekenland. Banken, pensioenfondsen en verzekeraars zullen daarin een rol gaan spelen.

Hoe en onder welke voorwaarden de private sector meedoet, is nog onbekend. Wel is duidelijk dat de deelname op vrijwillige basis zal zijn, maar de ministers rekenen op een "substantiële bijdrage" van die kant.

Op deelname van de private sector is vooral door Nederland aangedrongen. Ook Duitsland is daar voorstander van.

Belastingbetalers

Minister De Jager is blij dat nu voor het eerst op papier staat dat financiële instellingen een deel van het nieuwe steunpakket voor Griekenland betalen. Voor Tweede Kamer was dat een harde eis.

"Winst is dat alle zeventien landen zeggen dat er een betrokkenheid van de private sector moet zijn en dat die substantieel is", zegt De Jager.

Zijn Duitse collega Schäuble vindt dat de financiële instellingen moeten worden aangespoord om mee te doen. "Dat moet op een manier gebeuren dat duidelijk is dat het risico niet eenzijdig door de Europese belastingbetalers wordt gedragen", zegt Schäuble

Porties

Volgens de Nederlandse minister is er nog geen volledig akkoord, omdat er op enkele punten nog overeenstemming moet worden bereikt. In het bijzonder zal Athene duidelijk moeten maken dat het Griekenland ernst is met het doorvoeren van vergaande financiële hervormingen.

Daar mag volgens De Jager "de focus niet vandaan worden gehaald". Het Griekse parlement zal pijnlijke beslissingen moeten aanvaarden, zegt de minister. "Zonder dat doen we niet mee."

De nieuwe noodlening zou 80 tot 85 miljard euro bedragen. Griekenland heeft die extra steun nodig, omdat het niet genoeg heeft aan de 110 miljard euro die de EU en het IMF vorig jaar hebben toegezegd. Die lening krijgen de Grieken in porties, de ministers van de eurolanden zijn het erover eens dat daarvan half juli nog eens 12 miljard wordt overgemaakt.