Giro 2011: van Weylandt tot Weening

Alberto Contador schreef de Giro d'Italia met overmacht voor de tweede keer op zijn naam.

Maar de editie van 2011 zal niet alleen de boeken in gaan als de ronde waarin de Spanjaard superieur was, maar vooral als de ronde die werd overschaduwd door de tragische dood van Wouter Weylandt.

De 26-jarige Belg kwam in de derde rit na een zware val om het leven, waarna de geneutraliseerde volgende etappe in het teken stond van een zeer indrukwekkend eerbetoon aan Weylandt.

Weening in roze

Toen de Giro in de vijfde rit weer op gang kwam, eiste Rabobank-renner Pieter Weening een hoofdrol voor zich op. Met een knappe dubbelslag trad hij in de voetsporen van Jeroen Blijlevens, die in 1999 de laatste Nederlandse ritwinnaar en drager van de roze trui was.

Weening reed vier dagen lang in de roze trui, maar moest het leiderstricot in de rit met twee beklimmingen van de Etna afstaan aan de ongenaakbare Contador.

In de volgende drie ritten boekte Mark Cavendish twee zeges om daarna de Giro voor de loodzware slotweek te verlaten. Collega-sprinters als Francisco Ventoso en Alessandro Petacchi, die eerder een rit wonnen, volgden zijn voorbeeld.

Contador verdeelt en heerst

In de reeks zware bergetappes die het vervolg van de Giro kenmerkten, was 'verdeel en heers' Contadors motto. Hij gunde renners die hem in het klassement niet konden bedreigen de dagprijzen en boekte zelf belangrijke tijdwinst. De klimtijdrit greep hij aan om zijn eigen suprematie te onderstrepen.

Spannender dan de strijd om het roze was het duel om de tweede plaats, dat Michele Scarponi ten koste van Vincenzo Nibali in zijn voordeel besliste.

In de bergen maakte Steven Kruijswijk indruk door zich te handhaven tussen de favorieten. De Rabobank-renner werd bij zijn debuut vorig jaar al achttiende en legde nu beslag op de negende plaats. Hij is de eerste Nederlander sinds Erik Breukink in 1989 die in de toptien eindigt.