OM eist weer volledige vrijspraak Wilders
Het Openbaar Ministerie eist dat Geert Wilders op alle punten wordt vrijgesproken in de strafzaak tegen hem.
Het betoog van de officieren van justitie Velleman en Van Roessel duurde de hele dag. Ze kwamen tot dezelfde conclusies als in oktober vorig jaar.
De PVV-leider staat in de rechtbank van Amsterdam terecht voor discriminatie en belediging van moslims en het aanzetten tot haat jegens hen. Zo vergeleek hij in een ingezonden brief in de Volkskrant de Koran met 'Mein Kampf' van Adolf Hitler. Ook in de film Fitna zouden mogelijke strafbare teksten voorkomen.
Islamkritiek
Het OM vindt dat Wilders met Fitna zijn visie geeft op de islam. Verwijzend naar een uitspraak van de Hoge Raad betoogde het OM dat Wilders' mogelijk beledigende uitspraken niet strafbaar zijn, omdat hij zijn kritiek richt op de islam en niet op moslims.
"De Hoge Raad oordeelt dat de uitlating onmiskenbaar over mensen moet gaan, wil die strafbaar zijn", zei officier van justitie Velleman. "Als er geen negatieve conclusies over een groep mensen worden getrokken, is er geen sprake van belediging in strafrechtelijke zin."
Kloof
De aanklagers vinden dat de uitspraken van Wilders niet hebben geleid tot een tweedeling in de samenleving waardoor groepen mensen tegenover elkaar kwamen te staan. In Fitna gaat het "om de kloof tussen de islam en het Westen, niet tussen moslims en anderen", betoogde de officier. Daarom moet Wilders worden vrijgepleit van haatzaaien.
De uitspraken van Wilders zijn ook niet discriminerend. Zo is zijn oproep tot het verbieden van de Koran volgens het OM toegestaan. "Voor het verbieden van een heilig boek moeten krachtige argumenten worden aangedragen, met vaak krachtige negatieve bewoordingen", aldus het OM. Bovendien deed Wilders zijn uitspraken in het kader van het politieke debat.
Het OM vindt dat de benadeelde partijen in het proces geen schadevergoeding dienen te krijgen, omdat ze geen directe schade hebben geleden door Wilders' uitlatingen.