Beleggers kopen huisartsenposten op

Commerciële investeerders kopen in hoog tempo huisartsenpraktijken op, meldt de Volkskrant. Twee investeerders en zorgverzekeraar Menzis hebben volgens de krant al 38 praktijken opgekocht, vooral in de regio Den Haag.

Die praktijken hebben bij elkaar zo'n 155.000 patiënten. De investeerders zijn bouwondernemer Wessels en de familie Fentener van Vlissingen.

Ze hopen dat de huisartsenpraktijken over een jaar of vijf winstgevend zijn, doordat er steeds meer marktwerking in de zorg komt. Dat biedt mogelijkheden om efficiënter te werken en zorg op een grotere schaal aan te bieden.

Waakzaam

De Landelijke Huisartsenvereniging is niet blij met deze ontwikkeling. "Zolang de verzekeraar buiten de spreekkamer blijft, zou de formule kunnen werken. Maar we moeten erg waakzaam zijn dat er geen grenzen worden overschreden", zegt directeur Lodi Hennink.

Zodra een verzekeraar of investeerder bijvoorbeeld gaat bepalen welke medicijnen worden voorgeschreven, gaat het volgens Hennink fout. "We moeten dus opletten dat zoiets nooit gaat gebeuren."

Op dit moment zijn er nog geen aanwijzingen dat de regels worden geschonden, zegt Hennink. "Maar we hebben natuurlijk te maken met een lange periode, zo'n vijf tot twintig jaar, en de verleiding kan wel eens heel groot worden."

Ook is er de angst dat huisartsen hun onafhankelijkheid kwijtraken. Hennink: "Een verzekeraar mag niet bepalen welke medicijnen er worden voorgeschreven of naar welk ziekenhuis een patiënt wordt verwezen. Wij vragen ons af waarom Menzis zich überhaupt hierin gemengd heeft, als het geen verdere plannen heeft."

Stap verder

Ook minister Schippers van Volksgezondheid is tegen de ontwikkeling. Volgens Hennink gaat ze nog een stap verder dan de Landelijke Huisartsenvereniging.

De minister bereidt een wet voor waarmee de fusie tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder wordt verboden.

Raadsel

Hennink is verbaasd dat investeerders in een huisartsenpraktijk willen stappen. "Het is bepaald geen vetpot. Er kan een inkomen van een huisarts uit en dan houdt het op."

Toch heeft Hennink wel een idee hoe een derde aan een praktijk kan verdienen. "Voor een bouwondernemer zou het verhuren van onroerend goed interessant kunnen zijn."